Het NIP over het aanleveren van persoonsgegevens aan de NZa
In de media zijn enkele berichten verschenen over een groep psychiaters, psychologen en patiënten die naar de rechter stapt in verband met nieuwe regelgeving rondom het verzamelen van patiëntendata door de NZa ten behoeve van het Zorgprestatiemodel (ZPM). Al eerder heeft het NIP de Autoriteit Persoonsgegevens gevraagd om deze regelgeving nogmaals te onderzoeken.
Vertrouwensrelatie
Bij het NIP staan privacybescherming van cliënten en het beroepsgeheim van psychologen hoog in het vaandel. Deze berusten immers op de vertrouwensrelatie met cliënten en het borgen van de onbelemmerde toegang tot de zorg. Het is daarom van groot belang dat de huidige regeling een wettelijke grondslag heeft om cliëntgegevens aan te leveren. En dat er voor behandelaars en cliënten de mogelijkheid bestaat om een privacyverklaring te ondertekenen. Daarnaast vinden we toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens noodzakelijk. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft gegevens nodig om de zorgvraagtypering in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz) te verbeteren.
Leren en verbeteren, maar privacy geborgd
Rudolf Ponds, vice-voorzitter van het NIP: “We vinden het als NIP van belang dat deze zorgvraagtypering verder wordt doorontwikkeld op basis van data uit de praktijk om daarmee de toegankelijkheid van de ggz te verbeteren. De zorgvraagtypering geeft een belangrijk inzicht in welke zorg en hoeveel zorg er nodig is voor cliënten. We vinden het heel belangrijk dat er in de zorgsector geleerd en verbeterd wordt. Juist ten behoeve van het verbeteren van de resultaten van behandelingen. Dat gezegd hebbende; de privacy moet goed wettelijk zijn geborgd en er moet voor cliënten een mogelijkheid zijn om een privacyverklaring te ondertekenen. De dataverzameling moet wat ons betreft zo ingeregeld worden, dat er geen schending van het beroepsgeheim en de privacy van cliënten op volgt (en deze moet altijd proportioneel zijn). Dat hebben we ook eerder al aangegeven.”
Toezicht door Autoriteit Persoonsgegevens
Eind 2022 heeft het NIP meermaals kritische vragen gesteld over de privacy in deze nieuwe regeling, waarop de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zich nogmaals hierover heeft gebogen, de onderbouwing getoetst en geconcludeerd dat de uitvraag rechtmatig is. Ponds: “Nogmaals, de privacy en het beroepsgeheim staan voor de uitoefening van ons beroep echt als een paal boven water. Juist daarom hebben we aangedrongen op die wettelijke borging en toezicht door de AP. Het actief borgen van de privacy en beroepsgeheim in beleidsontwikkeling en de ontwikkelingen op dit gebied blijft onze aandacht houden.”
Cliënten actief informeren
Het NIP vertrouwt op het (herziene) advies van de AP en dat daarmee de zorgen op het gebied van privacy en dataveiligheid voldoende zijn afgedekt. Ook hechten wij grote waarde aan het goed informeren van cliënten. Volgens onze Beroepscode (artikel 63) moeten psychologen hun cliënten zorgvuldig informeren over alle aspecten van de behandeling, ook over geheimhouding en de mogelijkheid van een privacyverklaring. Dat lijkt in de praktijk nog niet altijd goed te gaan. We roepen onze leden op hun cliënten actief te informeren. We volgen de ontwikkelingen op de voet en we blijven in gesprek met NZa en betrokken partijen.
Vragen?
Ook bij onze achterban leidt de situatie begrijpelijkerwijs tot vragen. Leden kunnen altijd contact opnemen met ons Informatiecentrum via (030) 820 15 00 (ochtenden van ma, di, do en vr) of tijdens het spreekuur beroepsethiek (dinsdagochtend).