Minister SZW benadrukt belang structureren en objectiveren selectieproces
Het wetvoorstel toezicht gelijke kansen bij werving en selectie is op 27 februari besproken in de Eerste Kamer. Het wetvoorstel is onderdeel van een breder pakket om arbeidsdiscriminatie aan te pakken.
Vragen van de Eerste Kamerleden en reactie van de minister
In de Eerste Kamer werd gesproken over de vooroordelen die iedereen heeft. We moeten ons daarvan bewust zijn om discriminatie bij werving en selectie tegen te gaan. Is hiervoor een wetsvoorstel nodig? De diverse politieke partijen stelden daarover vragen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Karien van Gennip. Wat is de effectiviteit en werkbaarheid van de wet? En voor welke organisaties gaat de wet precies gelden (bijv. ook voor stichtingen?) Er werd ook verwezen naar de inbreng van het NIP.
Doel
Het doel van het wetsvoorstel is gelijke kansen op werk creëren voor sollicitanten. De Eerste Kamerleden spraken positief over dit doel van het wetsvoorstel. Nu is het nog niet mogelijkheid om vanuit de Nederlandse Arbeidsinspectie toe te zien op discriminatie in de werving- en selectiefase. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan nu alleen toezien op discriminatie als iemand al in dienst is en niet daarvoor. Met dit wetsvoorstel verandert dat.
Zorgen
Er werden zorgen geuit over de handhaafbaarheid en lastendruk bij werkgevers. De minister pareerde dit en gaf o.a. aan dat de handhaving gefaseerd ingevoerd zou kunnen worden. Verder maakte de minister zich sterk voor nú invoering van de wet, dat dat belangrijker is dan de lastendruk. Want de discriminatiecijfers zijn nu hoog en er wordt al jaren gezegd dat discriminatie moet worden aangepakt, maar dat er zonder de wet nog weinig verandering zichtbaar is. De minister benadrukte verder dat de stand van de wetenschap inmiddels overweldigend is over het belang van gestructureerd en objectiveren van het selectieproces en wil de toepassing van deze kennis graag snel verplicht stellen.
Psychologische kijk op kansengelijkheid in selectie en assessment
Een belangrijk onderzoek naar gestructureerd en objectief selecteren is het onderzoek van arbeids- en organisatiepsychologen Janice Odijk, Annemarie Hiemstra en Marise Born. Zij deden onderzoek naar kansengelijkheid in selectie en assessment in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De onderzoekers concluderen dat objectiveren en structureren van selectiemethoden helpt om kansengelijkheid van alle sollicitanten, ongeacht hun migratieachtergrond, te vergroten. Dit wordt veroorzaakt door het verminderen van toevallige ruis. Ruis kan bijvoorbeeld ontstaan als een van de beoordelaars door iets is afgeleid waardoor de overeenstemming tussen beoordelaars vermindert.
Objectivering en structurering vermindert bovendien systematische verschillen tussen beoordelaars in hun beoordelingen. Het verminderen van ruis en vooringenomenheid zorgt voor het verbeteren van selectiebeslissingen. Uit eerdere wetenschappelijke meta-studies blijkt dat structurering van het interview ook zorgt voor een verbeterde voorspelling van werkprestaties. Structurering bevordert daarom niet alleen de kansengelijkheid maar ook de voorspellende kracht van het interview.
Het onderzoek sluit aan bij het onderzoek van arbeids- en organisatiepsycholoog Janneke Oostrum: ‘Er is geen wetenschappelijk bewijs waaruit blijkt dat zo’n intuïtieve klik leidt tot een goede keuze van kandidaten. Integendeel. Zo’n klik zegt vaak meer over degene die de selectie doet dan dat het iets zegt over de kandidaat. Vaak zit zo’n klik vol met persoonlijke voorkeuren en vooroordelen. En dat willen we juist vermijden.’
Update 19 maart
Op 5 maart zou de Eerste Kamer stemmen over het wetsvoorstel en ingediende moties. Er is op 12 maart echter eerst nog een derde reactie ronde voor Eerste Kamerleden geweest en op 26 maart zal een vierde reactie ronde zijn. Dit is naar aanleiding van een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Eerste Kamer over het wetsvoorstel en de toezegging om na aanname van deze wet direct met een wetswijziging te komen om de wet te laten gelden voor werkgevers met meer dan 50 medewerkers.