NIP: “Goede begeleiding jonge psychologen is geen luxe, maar pure noodzaak”
Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) herkent zich in het geschetste beeld dat de werkdruk binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) steeds verder oploopt. Dat blijkt uit de jaarlijkse monitor van Stichting IZZ, waarover gisteren in onder andere Trouw werd bericht.“’We zien al langer dat een groep jonge psychologen het moeilijk heeft in de ggz. Dat wordt met dit onderzoek bevestigd. Het is belangrijk om deze, vaak masterpsychologen, goede begeleiding te bieden. Dat is geen luxe, maar pure noodzaak”, aldus Rudolf Ponds, vice-voorzitter van het NIP.
Een op de vijf psychologen, psychiaters en therapeuten voelde zich in 2022 emotioneel uitgeput. Volgens Irene van der Fels, onderzoeker bij IZZ, geven vooral jonge werknemers vaak aan dat ze een goede begeleiding missen en schrikken van de grote verantwoordelijkheid die ze vanaf het begin krijgen.
Het NIP herkent zich hierin en roept al langer op om deze jonge werknemers, vaak masterpsychologen, de juiste begeleiding en opleiding te geven. Op het moment dat psychologen een wetenschappelijke opleiding psychologie hebben afgerond en gaan werken in de geestelijke gezondheidszorg of aanverwante werkvelden, hebben zij in de meeste gevallen nog weinig praktijkervaring. In de ggz worden ze geconfronteerd met deels zware problematiek, terwijl het hen aan de benodigde tools ontbreekt om hier op een goede manier mee om te kunnen gaan.
Om goed toegerust te zijn voor het vak zouden psychologen na de universitaire opleiding hun vakbekwaamheid verder moeten opbouwen door het volgen van de gz-opleiding. Tijdens deze opleiding leren masterpsychologen, onder supervisie en binnen een keerklimaat, hoe ze omgaan met druk, verwachtingen van patiënten en het respecteren van hun eigen grenzen. Deze opleiding geeft masterpsychologen de handvatten om op een verantwoorde manier aan het werk te kunnen binnen de ggz.
Op dit moment werken veel masterpsychologen in de ggz die de gz-opleiding nog niet hebben kunnen volgen, met name vanwege het tekort aan opleidingsplaatsen. Deze opleidingsplaatsen zijn onlangs door de overheid maar zeer beperkt verhoogd, ondanks het advies van het zogenoemde Capaciteitsorgaan. Het orgaan adviseerde om het aantal opleidingsplekken te verdubbelen, maar de overheid koos ervoor om het aantal opleidingsplekken met slechts 16% te verhogen. Het NIP roept de overheid dan ook met klem op om deze beslissing terug te draaien en het advies van het Capaciteitsorgaan te volgen.