NIP

Home NIP/LBP Evidence based psychodiagnostiek congres | Keynotes en workshops

NIP/LBP Evidence based psychodiagnostiek congres | Keynotes en workshops

Lees meer over de keynotes en workshops die onderdeel uitmaken van het NIP/LBP psychodiagnostiek congres.

Opening door dagvoorzitter Katinka Franken

Drs. Katinka Franken – klinisch psycholoog/psychotherapeut Scelta Apeldoorn; hoofd Diagnostiek Centrum ggnet Warnsveld; hoofddocent Diagnostiek en Complexe Psycho-pathologie Rino Groep Utrecht; PhD Candidate Faculty Behavioral Management and Social sciences, Department Psychology, Health and Technology, Universiteit Twente, Enschede.

 

 

Debatleider Martine van Zandvoort
Martine van Zandvoort is Klinisch Neuropsycholoog en als hoogleraar Translationele Neuropsychologie verbonden aan de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Het is haar ambitie om van uit een multidisciplinair perspectief wetenschap en klinische praktijk met elkaar te verbinden in een wederzijds richting geven. Daarnaast is ze hoofdopleider van de GZ-VO opleiding voor de RINOGroep Utrecht en Hoofddocent Diagnostiek van de KNP-opleiding.

Diagnostiek is……
Diagnostiek is niet het in het juiste laadje stoppen van een afgevinkt lijstje van klachten, symptomen en testresultaten. Diagnostiek is niet hetzelfde als classificeren. Diagnostiek gaat over het écht doorgronden van wat er speelt bij een cliënt/patiënt. Goede diagnostiek is hypothese gestuurd en omvat ook het verwoorden van deze bevindingen in zo’n heldere taal dat zowel de client, het systeem als de medebehandelaar het begrijpt en scherp kan krijgen. Op die manier kan er erkenning en herkenning plaatsvinden en leidt het tot handvatten voor het al dan wel of niet behandelen en omgangsadviezen. Het is voor goede duurzame zorg cruciaal dat diagnostiek ook in het dagelijks handelen in de praktijk en in de opleidingen de juiste aandacht krijgt. Diagnostiek is de sleutel naar efficiënte zorg, oog voor de cliënt/patiënt en het op tijd ook afzijdig kunnen houden, zeker met het oog op de zorg van de toekomst. Dit is mijn visie op diagnostiek, mede op basis van de lezingen en de workshops gaan we met elkaar het debat voeren over Evidence Based Diagnostiek!

Katinka Franken

 

 

Martine van Zandvoort

Han Berghuis

Keynote Han Berghuis – Diagnostiek en psychodiagnostiek in de GZ- en KP-opleidingen

Het denken over psychopathologie en persoonlijkheidspathologie is de laatste jaren sterk aan het veranderen. Met name dimensionele modellen, transdiagnostische visies en netwerktheorieën staan meer en meer op de voorgrond. Tegelijkertijd is binnen de klinische praktijk het categoriale DSM-5 model leidend. Nieuwe meetinstrumenten zijn voorhanden, oude psychodiagnostische methoden zijn aan het veranderen. Hoe moet de psychodiagnostiscus omgaan met al deze verschillende gezichtspunten, modellen en methoden van onderzoek. Wat is daarvoor aan kennis- en vaardigheidsniveau nodig binnen de GZ-opleiding en de KP-opleiding. Zijn er verschillen, overeenkomsten? Wanneer is een diagnostisch onderzoek ‘generiek’, wanneer ‘specialistisch’?

Dr. Han Berghuis is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Werkzaam bij NPI, locatie Amersfoort, TopGGZ instelling voor diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen, onderdeel van Arkin, voorzitter diagnostiekraad Arkin en als supervisor betrokken bij de P-opleiding. Tevens is hij hoofddocent Diagnostiek bij de postmaster opleiding tot Klinisch psycholoog, RINO Amsterdam en werkzaam in eigen praktijk als supervisor en docent op gebied van psychodiagnostiek en persoonlijkheidsdiagnostiek. Hij is in 2014 gepromoveerd op een onderzoek naar de Kerncomponenten van persoonlijkheidsproblematiek, een onderzoek nauw verbonden aan het Alternatief DSM-5 model voor persoonlijkheidsstoornissen.

Marc Hendriks

Keynote Marc Hendriks – Transdiagnostische (neuro)psychologische diagnostiek

Psychodiagnostiek is een hypothese-toetsend proces dat zowel in de klinische psychologie als in de neuropsychologie veelal vanuit een bio-psychosociaal en multi-methodisch kader wordt verricht. De klinisch psychologische diagnostiek richt zich hierbij vooral op psychische stoornissen, terwijl in de neuropsychologische diagnostiek traditioneel cognitieve stoornissen meer centraal staan. Ondanks de specifieke waarde van beide specialismen voor de psychodiagnostiek, biedt een aantal huidige ontwikkelingen handvatten voor meer transdiagnostische benaderingen. In deze keynote zullen deze ontwikkelingen aan de hand van een tweetal voorbeelden worden geïllustreerd. Op de eerste plaats de zogenoemde Research Domein Criteria (RDoC) om onderliggende transdiagnostische mechanismen te identificeren voor de verklaring van psychische stoornissen en ten tweede de neuropsychologische diagnostiek naar sociale cognitie.

Dr. Marc Hendriks is werkzaam als klinisch neuropsycholoog bij het Academisch Centrum voor Epileptologie Kempenhaeghe, in Heeze en als universitair docent bij de Radboud Universiteit. Tevens is hij hoofddocent Psychodiagnostiek voor de KP-opleiding bij RINO-Zuid in Eindhoven en hoofddocent Hersenen & Gedrag bij het RCSW in Nijmegen.

Keynote Paul van der Heijden -Psychodiagnostiek in perspectief

In deze lezing staan we stil bij de plaats van de psychodiagnostiek in de hedendaagse psychologische praktijk. Een overzicht wordt geschetst van wetenschappelijke, maatschappelijke en zorginhoudelijke ontwikkelingen die de psychodiagnostiek beïnvloeden. Aan de hand van deze ontwikkelingen en dilemma’s zal hij de verschillende lezingen en workshops van de dag inleiden en kaderen.

Prof.dr. Paul van der Heijden is werkzaam als klinisch psycholoog, wetenschappelijk onderzoeker en opleider bij Reinier van Arkel in ’s-Hertogenbosch. Hij is waarnemend hoofdopleider en hoofddocent diagnostiek voor de opleiding tot klinisch psycholoog bij  SPON / RCSW in Nijmegen en als bijzonder hoogleraar verbonden aan het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Paul van der Heijden

Workshop ronde 1

Maak een keuze uit een van de volgende workshops. Let op: het aantal deelnemers per workshop is gelimiteerd.

1) Vernieuwingen in de MMPI: psychometische vooruitgang, klinisch ook?

Psychodiagnostische methoden en technieken worden steeds beter statistisch en empirisch onderbouwd. Zo ook binnen de MMPI-traditie. Dimensionele modellen van persoonlijkheid en psychopathologie winnen aan populariteit ten koste van de categorale DSM-classificaties. De MMPI-2-RF en MMPI-3 volgen deze ontwikkelingen. De MMPI-2- Restructured Form wint aan belangstelling vanwege de wetenschappelijke status hiervan. Maar betekent dat tegelijkertijd een pleidooi voor het afschaffen van de inzet van de oude MMPI-2 in de klinische praktijk? Wat is winst en verlies? Wordt het kind niet met het badwater weggegooid?

Prof. dr. Paul van der Heijden zal dit thema benaderen vanuit een empirische en psychometrische invalshoek. Hij zal kort ingaan op dimensionele modellen van persoonlijkheid en psychopathologie zoals HiTOP en het AMPD en evalueert de voors- en tegens.

Drs. Wim Snellen vertrekt vanuit een klinisch en theoretisch perspectief en zal van daaruit de interpretatie van scoreprofielen uiteen zetten. Hij laat zien hoe het verbinden van referentiekaders een meerwaarde biedt voor het zichtbaar maken van coverte structuur en dynamiek.

Daarna presenteren zij gezamenlijk een casus die onderzocht is met zowel de MMPI-2-RF als met de MMPI-2. Zij geven ieder hun betekenis aan de uitslagen met inbreng vanuit de zaal. Ten slotte volgt een open discussie en uitwisseling met alle aanwezigen over de krachten en zwakten van de klassieke en moderne gezichtspunten.

In zijn latere werkzame leven was klinisch psycholoog Wim Snellen P opleider en hoofd afdeling psychodiagnostiek van Altrecht. Thans verzorgt hij onderwijs, supervisie en workshops over de persoonlijkheidsdiagnostiek. Hij was als hoofddocent verantwoordelijk voor het diagnostiek onderwijs aan de GZ en KP RINO BIG opleidingen te Utrecht en betrokken bij wetenschappelijk onderzoek naar de validiteit van de theoriegestuurde interpretatie van persoonlijkheidsvragenlijsten. Hij heeft verschillende publicaties (artikelen en boeken) op zijn naam.

Paul van der Heijden

Wim Snellen

2) Een casus, twee manieren van kijken: een integratie tussen NVM theoriegestuurde profielinterpretatie en de SWAP 200

Tijdens deze workshop benaderen we een casus vanuit twee verschillende theoretische modellen en hun meetinstrumenten. Marko Verzendaal en Drs. Kim Lie Sam Foek-Rambelje zullen de testresultaten van dezelfde cliënt interpreteren volgens enerzijds de dynamische profielinterpretatie, en anderzijds volgens de Psychodynamic Diagnostic Manual (PDM-2). Bij de eerste staan de NVM, MMPI-2 en de TAT centraal, bij de tweede staat vooral de SWAP-200 centraal. Op deze manier brengen we een oude traditie in het Nederlands diagnostisch landschap in verband met een in Nederland nieuw benadering. Bereid je voor op een verdieping in zowel theorie als instrumentarium

Kim Lie Sam Foek-Rambelje is klinisch psycholoog en bestuurder van PLU cgg, een kleine GGZ-instelling in het midden van het land waarin transdiagnostisch werken één van de belangrijkste uitgangspunten is. Vanaf het begin van haar carrière draagt zij psychodiagnostiek een warm hart toe en is zodoende opgeleid in Therapeutisch Psychologisch Onderzoek en doet momenteel een promotie-onderzoek naar de SWAP-200. Als actief lid van het Nederlands Beraad Psychodiagnostiek draagt zij ook bij aan de landelijke kwaliteit van het psychodiagnostisch onderzoek.

Helaas kan Liesbeth Eurelings-Bontekoe de workshop die ze heeft voorbereid niet geven op 24 maart. Haar workshop wordt gegeven door Marko Verzendaal.

Marko Verzendaal is klinisch psycholoog en werkzaam als behandelcoördinator bij de Ambulante Forensische Polikliniek Noord van GGZ Drenthe. Hij is hoofddocent Psychodiagnostiek bij PPO aan de GZ-opleiding in Groningen en geeft daar onder meer les in de dynamische profielinterpretatie. Daarnaast is hij actief als docent bij de KP en PT-opleiding en supervisor. Ten slotte is hij bestuurslid van het NIP-LBP

Kim Lie Sam Foek-Rambelje

3) Indirecte methoden: werken met TAT

Al bijna 100 jaar wordt bij psychologisch onderzoek ook gewerkt met indirecte methoden. In deze workshop leert u de stand van zaken kennen wat betreft het werken met indirecte methoden zoals de Thematische Apperceptie Test (TAT) en de Rorschach-test. Speciale aandacht is er voor het momenteel meest onderzochte formele scoringssysteem voor de TAT: de Social Cognition and Object Relations Scale-Global Method (SCORS-G) van Michelle Stein en Jenelle Slavin-Mulford.  U maakt op actieve wijze kennis met dit systeem. Tevens wordt ingegaan op het evidence based werken met de TAT én de inzet bij verschillende vormen van onderzoek.

Deze workshop wordt gegeven door ir. Drs. Eric Versteeg. Hij is klinisch psycholoog met 30 jaar werkervaring als behandelaar en diagnosticus in de GGZ. Tegenwoordig is hij werkzaam als docent/trainer en supervisor. Psychologische diagnostiek is altijd een belangrijk deel geweest van zijn werkzaamheden.

Eric Versteeg

4) ANDI (Advanced Neuropsychological Diagnostic Infrastructure)

De ANDI is een tool waarbij een groot aantal normatieve datasets zijn samengevoegd tot 1 groot normenbestand. Deze dataset bevat normscores van de meest populaire neuropsychologische tests, en maakt het mogelijk om ieder individu te vergelijk met een representatieve normgroep. De ANDI normen zijn regressie normen, en maken het mogelijk om tekortkomingen in norm-tabellen te omzeilen. Daarnaast kan er voor elk behaalde score een correctie gedaan worden voor leeftijd, sekse, en opleidingsniveau. Op deze manier kan een afwijkende score nog beter worden gedetecteerd.

Tijdens de workshop vertelt dr. Nathalie de Vent u meer over het ontstaan van ANDI en het gebruik van regressie-normen en de multivariate toets. Dr. Sieberen van der Werf vertelt vervolgens meer over de toepassing van ANDI binnen de klinische praktijk aan de hand van neuropsychologische casuïstiek.

Nathalie de Vent is in 2021 gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam en is  daar momenteel ook werkzaam als docent. Daarnaast is zij bedrijfsleider van ANDI-Norms. Sieberen van der Werf  is sinds 2017 werkzaam als klinisch neuropsycholoog in Rijnstate Arnhem. Hij promoveerde aan Radboud UMC  in 2003 op het proefschrift ‘Determinants and consequences of experienced fatigue in chronic fatigue syndrome and neurological conditions’.

Nathalie de Vent

Sieberen van der Werf

Workshop ronde 2

Maak een keuze uit een van de volgende workshops. Let op: het aantal deelnemers per workshop is gelimiteerd.

5) Diagnostiek van het geweten

Dat jonge daders een zwak ontwikkeld geweten zouden hebben staat regelmatig in de krant en Pro Justitia rapporteurs en behandelaren in de jeugd-GGZ werden regelmatig geconfronteerd met de onmogelijkheid een vraag naar de gewetensvorming te beantwoorden. Hoe breng je het geweten in kaart? Aan de hand van casuïstiek wordt het instrument voor de gewetensdiagnostiek gepresenteerd dat werd ontwikkeld op basis van wetenschappelijke theorie en de klinische ervaringskennis van experts.

Deze workshop wordt gegeven door Msc Julia Tiemersma – promovenda bij forensische orthopedagogiek van de UvA en is in opleiding tot Klinisch Psycholoog K&J bij Youz, Parnassia Groep, en Prof. dr. Frans Schalkwijk – bijzonder hoogleraar gewetensontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam en rapporteerde tot recent als forensisch psycholoog over jeugdige verdachten. Het merendeel van de week werkt hij als psychotherapeut/psychoanalyticus in eigen praktijk in Amsterdam. Hij is docent in meerdere postmasteropleidingen en auteur van Diagnostiek in de praktijk.

Julia Tiemersma

Frans Schalkwijk

 

6) ADAPT – waar de klassieke IQ-test tekortschiet

Ongeveer 1/3e van alle mensen die zich aanmelden in de GGZ heeft een verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid. Klassieke diagnostiek met slechts een IQ-test is ontoereikend: IQ zegt weinig over het dagelijks functioneren en biedt geen leidraad voor ondersteuning. De ADAPT is een nieuw Nederlands instrument dat adaptieve vaardigheden in kaart brengt om de ernst van een verstandelijke beperking te classificeren. Belangrijker nog, geeft de ADAPT zicht op welke (mate van) ondersteuning er nodig is voor een cliënt om weer in balans te komen. Cliënten uit balans – verstandelijk beperkt of niet – kunnen symptomen van psychiatrische stoornissen ontwikkelen. Soms is psychotherapie of  medicamenteuze behandeling geïndiceerd, maar deze relatief kostbare en schaarse zorg is lang niet altijd nodig of eerste keuze. Sommige cliënten zijn meer (of ook) gebaat bij praktische ondersteuning. Denk hierbij aan cliënten met LVB, ADHD, psychose en  autismespectrumstoornissen. De ADAPT geeft in die zin een extra behandelmogelijkheid om het psychisch welzijn van cliënten te verbeteren.

Een andere indicatie om de ADAPT in te zetten, is bij cliënten die langere tijd buiten de maatschappij hebben geleefd (langdurige psychiatrische opname, forensische kliniek). Het verschil tussen het huidige vaardigheidsniveau en wat nodig is om zelfstandig te kunnen wonen geeft zicht op de haalbaarheid van die stap, welke vaardigheden oefening nodig hebben en bij welke ondersteuning de cliënt gebaat is.

Deze workshop van Drs. Femke Jonker bestaat uit theoretische achtergrondinformatie, wetenschappelijk onderzoek en casussen waar de toepassing van de ADAPT bij verschillende doelgroepen gedemonstreerd wordt. Er is voldoende mogelijkheid tot discussie  en onderlinge uitwisseling. Femke Jonker is klinisch psycholoog, cognitief gedragstherapeut, pro-Justitiarapporteur en promovenda. Zij construeerde een vragenlijst (de ADAPT),  waar zij sinds 2019 op promoveert. Zij is momenteel werkzaam als behandelaar/teamleider bij epp GGZ en Raad van Toezicht bij Vitaal GGZ.

Femke Jonker

7) Persoonlijkheidsdiagnostiek bij andere culturen

Behandelaren staan tegenwoordig voor de taak persoonlijkheidsstoornissen te classificeren in een cultureel zeer diverse patiëntenpopulatie. In deze workshop wordt ingegaan op het risico van zowel onder- als overdiagnostiek van persoonlijkheidsproblematiek bij patiënten met een migratie-achtergrond / cultureel diverse achtergrond. Er wordt aan de hand van cases besproken hoe migratieprocessen en culturele factoren een klinisch beeld kunnen doen lijken op persoonlijkheidspathologie, of hoe migratieprocessen pre-existente (sub)klinische persoonlijkheidsproblematiek kunnen activeren of verergeren. Ook wordt ingegaan op hoe culturele factoren verward kunnen worden met persoonlijkheidsproblematiek, en hoe culturele factoren onderliggende persoonlijkheidsproblematiek juist kunnen maskeren. De voertaal is Nederlands.

Deze workshop wordt gegeven door Drs. Ardalan Najjarkakhaki, psychotherapeut/gz-psycholoog en werkzaam bij Altrecht en in diens eigen praktijk in Amsterdam. Speciale aandachtsgebieden zijn diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen, psychodynamische therapie, neurodiversiteit en seksuele en genderdiversiteit.

Ardalan Najjarkakhaki

8) Mentale inspanning / onderpresteren

Een van de belangrijkste taken van de psycholoog is het verrichten van (neuro)psychodiagnostiek bij patiënten met een breed scala aan somatische en psychische ziektebeelden en klachten. Onze aanname daarbij is dat patiënten een betrouwbaar beeld schetsen van hun klachten en hun persoonlijkheid. Ook nemen we aan dat de inzet bij neuropsychologische testen optimaal is. In de klinische praktijk is dit vaak niet het geval. Patienten kunnen klachten en symptomen over(onder)rapporten of onderpresteren bij neuropsychologische tests. Onze klinische blik is onvoldoende om dit betrouwbaar in te schatten. Er is een breed scala aan specifieke tests en vragenlijsten, die ons daarbij wel behulpzaam kunnen zijn (‘symptom validity tests of SVT’s). Deze SVT’s zouden gezien de kennis van nu, standaard onderdeel moeten zijn van het (neuro)psychodiagnostisch onderzoek. Een belangrijke vraag is of en in hoeverre overrapportage en onderpresteren altijd een bewuste handeling of strategie is van patiënten. Aannemelijk is dat slechts een beperkt percentage van de patiënten zich willens en wetens anders voordoet dan hij of zij is en daarmee doelbewust bezig de psycholoog te misleiden (malingeren). Er zijn vele andere oorzaken voor overrapporteren en onderpresteren. Gemeenschappelijk daarbij is dat er vaak sprake is van een overgang van ‘other-deception’ naar ‘self-deception’, waarbij ziekteovertuiging is geëvolueerd naar ziektegedrag. Psychologen zijn zich in toenemende mate bewust van het probleem van onderpresteren en overrapporteren. SVTs worden dan ook steeds vaker gebruikt en in deze workshop zullen we de bekendste SVTs (en de psychometrische kwaliteit) bespreken en hoe je deze inzet bij het diagnostisch onderzoek. Daarnaast ga we in op de belangrijke vraag wat je moet doen als je overrapportage en/of onderpresteren hebt vastgesteld? Zet je het onderzoek nog voort? Spreek je de patiënt er op aan.? Hoe leg je het uit, welke metaforen en woorden gebruik je? Wat als de patiënt ontkent? Wat doe je met de andere onderzoeksresultaten? Moet je het rapporteren aan de verwijzer en hoe doe je dat? Deze en nog meer vragen zullen in deze workshop aan bod komen.

Drs. Peter Smits, klinisch psycholoog, is als inhoudelijk coördinator verbonden aan het zorgprogramma Brein in Beweging van revalidatiecentrum de Sint Maartenskliniek. Binnen dit poliklinische zorgprogramma worden mensen met hersenletsel gerevalideerd. Hij onderzoekt momenteel de behandeleffecten van dit zorgprogramma en ook de invloed en benadering van verstoorde symptoomvaliditeit binnen de neuropsychologische revalidatie. Eerder was hij redacteur van de handboeken Neuropsychotherapie en Revalidatiepsychologie.

Prof. Dr. Rudolf W.H.M. Ponds is geregistreerd klinisch neuropsycholoog en hoogleraar/hoofd van de afdeling Medische Psychologie van Amsterdam UMC. Hij is een ervaren docent, onderzoeker en clinicus op het gebied van diagnostiek en behandeling van vroege dementie en niet-aangeboren hersenletsel. Hij heeft als redactielid meegewerkt aan meerdere neuropsychologische handboeken. Hij heeft in diverse settings gewerkt: revalidatie, psychiatrie en het ziekenhuis. De laatste jaren richt zijn onderzoek zich onder meer op symptoomvaliditeit, met daarbij oog voor de toepassing in de klinische praktijk.

 

 

Rudolf Ponds

Peter Smits