NIP

Home Nieuwskamer Zingeving en ouderen

Geschreven op:

Zingeving en ouderen

Er is de laatste jaren (terecht) veel aandacht voor de mentale gezondheid van jongeren, maar ook onder ouderen is dit een uitdaging. In deze levensfase spelen risico’s als ziekte, toenemende eenzaamheid en uitzicht op een minder betekenisvol bestaan een grote rol. In de nasleep van de Week van de Mentale Gezondheid besteden we aandacht aan een aantal projecten uit de praktijk van de ouderenzorg en -psychologie, die erop gericht zijn om verbinding en zingeving voor ouderen te vergroten.

Deze keer belichten we De Hondenclub. Dit is een interventie waarin ouderen met dementie in groepsverband in contact worden gebracht met speciaal daarvoor getrainde honden en hun begeleiders. Het doel is sociale interactie en het verminderen van onrustig gedrag.

Het idee komt voort uit de antrozoölogie, de wetenschap van de relatie en interactie tussen mens en dier en de effecten daarvan. De interventie is uitgebreid wetenschappelijk onderzocht. Een belangrijke conclusie was dat onrustig gedrag bij ouderen met dementie volledig verdwijnt op het moment dat zij bezig zijn met een hond. Bij een robothond was dit effect veel kleiner. Het agitatiegedrag komt weliswaar terug na afloop van het contact, maar het is waardevol te weten dat mensen met dementie met deze interactie momenten van rust kunnen ervaren.

De resultaten pleiten ervoor om activiteiten met honden vast onderdeel te laten zijn van het programma in een verpleeghuis. Belangrijke voorwaarden zijn wel dat de hond professioneel getraind is en de begeleider van de hond ook geschikt is voor de omgang met mensen met dementie.

Werkwijze en ervaringen

Dr. Lonneke Schuurmans, specialist ouderengeneeskunde en kaderarts psychogeriatrie bij De Zorgboog in Helmond, is gepromoveerd op de interventie. Zij vertelt hoe De Hondenclub tot stand kwam en wat de ervaringen ermee zijn.

  1. Hoe kwamen jullie op het idee? Wat was de aanleiding?

De Hondenclub bestond al officieus, een paar duo’s van hond en begeleider waren al met enige regelmaat aanwezig in enkele van onze huizen. Bewoners met dementie reageerden positief op de dieren in huis.

  1. Hoe is de interventie tot stand gekomen?

De uitwerking is gebaseerd op de Animal Assisted Interventions (AAI) van de Vakgroep Antrozoölogie van de Open Universiteit. We kozen voor de groepsvorm op basis van wetenschappelijke literatuur over het effect van groepsactiviteiten en sloten verder aan bij een vorm die al bestond. De eerste honden waren van vrijwilligers van de lokale hondenclub. De eis was wel dat de honden professioneel getraind moesten zijn. Dat staat ook in het protocol. We haakten ook deskundigen op het gebied van diergedrag aan van de HAS Green Academy.

  1. Waren er problemen te overwinnen in de ontwikkeling van de interventie? Welke, en hoe hebben jullie dat gedaan?

Ook door de min of meer spontane aanloopperiode hadden we geen een echte problemen te overwinnen. Het was natuurlijk goed dat we protocollen hadden opgesteld, zoals op het gebied van hygiëne, selectie van cliënten, etc. Anders waren er misschien wel problemen geweest in de opstartfase.

  1. Welke ervaringen hadden jullie in het begin met de interventie?

De meest opvallende ervaring was dat de doelgroep niet per se van dieren hoeft te houden. Dat bleek geen relevant criterium voor succes!

  1. Hoe gaat het nu met de interventie?

De Hondenclub bestaat nog steeds; we doen dit een keer per week als activiteit. Niet als therapie, maar daar zien we op langere termijn wel mogelijkheden voor. We willen dan een duo van een hond en begeleider koppelen aan een locatie.

  1. Wat zijn de lessons learned? Vooral op het gebied van zingeving en verbinding, maar eventueel ook breder?

Verbinding met naasten hebben we niet gemeten, maar het team vindt het heel leuk als de hond in het huis komt. De interventie kan zelfs nieuw personeel aantrekken, zeker als er een vast duo van hond en begeleider is. Iedereen maakt contact met de hond en vice versa, het doet iets positiefs met de sfeer in huis.

Verder hebben we bij de jong-dementie-groep een aanpassing gedaan. Deze mensen zijn actiever dan de ouderen, waardoor het voor de honden lastiger bleek om contact te maken. Toen we besloten om de honden niet meer aan te lijnen bij deze groep, waren ze wel in staat tot het leggen van contact en kwam er positieve interactie.

En tenslotte is het belangrijk te beseffen dat dergelijke aanpakken geld kosten en geborgd moeten zijn. Er moet minimaal een meerjarig budget zijn, maar borging in de reguliere geldstromen en processen is beter. Alleen zo creëer je voor iedereen de mogelijkheid eraan mee te doen.