NIP

Home Het beroep Ethiek Beroepsgeheim na overlijden cliënt

Beroepsgeheim na overlijden cliënt

Mag je nabestaanden van een overleden cliënt informatie geven?

De hoofdregel is dat er na overlijden van een cliënt het beroepsgeheim gehandhaafd blijft. Dit betekent dus ook dat de nabestaanden geen inzage in het dossier van een overledene hebben. De privacy van de cliënt wordt ook na diens dood beschermd. Indien je overweegt informatie te geven aan nabestaanden moet je de volgende regels in acht nemen. Je moet daarbij onderscheid maken tussen informatie geven in een gesprek of inzage in het dossier.

Inzage in het dossier

Als nabestaanden het dossier willen inzien gelden er strenge eisen:

  • Je moet op grond van het dossier kunnen aannemen dat de cliënt zich bij leven niet zou hebben verzet tegen de inzage (ook hier spreekt men dan van de gereconstrueerde wil). De cliënt heeft ook niet aangegeven dat hij of zij geen inzage wenst of als met de inzage de persoonlijke levenssfeer van een derde wordt geschaad.
  • Nabestaanden kunnen een zwaarwegend belang aangeven, bijvoorbeeld een juridische procedure, die door de overledene had kunnen worden gevoerd tegen jou of tegen een andere hulpverlener of partij (denk aan letselschade).
  • Belangrijke genetische gegevens van de overledene kunnen een zwaarwegend belang zijn. Bijvoorbeeld een erfelijke component bij een bepaalde aandoening, die van belang kan zijn voor de nabestaanden (bijvoorbeeld kinderen van de cliënt).

Ook in deze gevallen moet je uiterst terughoudend zijn. De beoordeling of en zo ja, hoeveel informatie je kan geven is aan jou als psycholoog. Overleg (geanonimiseerd) met een collega, een jurist of je beroepsvereniging kan daarbij helpen. Bij twijfel dien je geen inzage te verlenen. In laatste instantie beslist de rechter.

Welke nabestaanden hebben recht op inzage?

Het inzagerecht van nabestaanden van overleden cliënten is vastgelegd in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo). Op basis van de Wgbo moet je inzage of een afschrift van gegevens uit het dossier van de overleden cliënt geven aan:

  1. De persoon aan wie de cliënt daarvoor bij leven toestemming heeft gegeven. De toestemming moet schriftelijk of elektronisch in het dossier zijn vastgelegd. De veronderstelde toestemming van de cliënt is daarvoor niet voldoende;
  2. De nabestaande, zoals bedoeld in de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz), of een vertegenwoordiger van de cliënt zoals vastgelegd in de Wgbo, als die persoon een mededeling over een incident op grond van de Wkkgz heeft ontvangen;
  3. Een ieder die een zwaarwegend belang heeft en duidelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage of afschrift van de gegevens noodzakelijk is om het zwaarwegend belang te behartigen.
  4. De ouders of voogd van een overleden kind dat jonger is dan 16 jaar.

Word lid of log in

  • Krijg exclusief toegang tot een schat aan informatie: van vakinhoudelijke webinars en evenementen tot aan kosteloos advies bij beroepsethische dilemma’s
  • Onderscheid jezelf als professional met onze registraties en merknamen
  • Je belangen worden behartigd in Den Haag en je draagt bij aan het bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en de positie van de psychologen
  • Ontvang Tijdschrift de Psycholoog
  • En meer