Uitspraken 2024 College van Toezicht
De geanonimiseerde uitspraken gedaan door het College van Toezicht in het jaar 2024.
Klager, gz-psycholoog, verwijt verweerder, gz-psycholoog, dat hij als collega in een brief uitspraken over het professionele handelen van klager heeft gedaan zonder wederhoor. Deze brief is vervolgens gebruikt in een juridische procedure tussen cliënt en zijn ex-partner.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College van Toezicht oordeelt dat sprake is van rapportage. Daarvoor was gerichte toestemming van betrokkene noodzakelijk. Ook uit een oogpunt van collegialiteit (artikel 34 Bc) had verweerder met klager in discussie dienen te gaan. Daarbij heeft verweerder nagelaten de rapportage zo op te stellen dat er geen misbruik van kon worden gemaakt.
Artikelen 28, 34 en 96 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, waarschuwing
Klager verwijt de psycholoog dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door gevoelige informatie over hem zonder zijn toestemming in een brief te delen met zijn ex-partner. Die brief is vervolgens gebruikt in een juridische procedure tussen klager en de ex-partner.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College van Toezicht oordeelt dat sprake is van een ernstige klacht die in al zijn onderdelen gegrond is. Verweerder heeft volledig de kant van de ex-partner gekozen en daarmee uit het oog verloren dat klager zijn cliënt was en niet de ex-partner.
Het opstellen van de brief is een schending van het beroepsgeheim. Hiervoor is geen toestemming gevraagd. Ook heeft verweerder zich ter zitting laatdunkend over klager uitgelaten.
Artikelen 71, 89 en 15 van de Beroepscode geschonden.
Klacht gegrond, berisping (nu verweerder niet langer NIP-lid is).
Klaagster (moeder) verwijt de psycholoog onzorgvuldig handelen door geen melding te doen bij Veilig Thuis, contactherstel tussen vader en te zoon te blijven willen, niet te reageren op de mails van klaagster, partijdigheid en dat hij klaagster verkeerd heeft bejegend.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College van Toezicht oordeelt dat de klacht in al zijn onderdelen ongegrond is. Verweerder had geen plicht om te melden nu hij niet de veiligheid zou monitoren, het gepoogde contactherstel kwam niet van hem, ook was aan klaagster medegedeeld dat niet steeds inhoudelijk op haar mails zou worden ingegaan. Partijdigheid van verweerder en onjuiste bejegening zijn evenmin vast komen te staan.
Klacht ongegrond.
Klager verwijt de psycholoog, die een nieuwe baan had gevonden, dat zij de overdracht van de behandeling van klager niet juist heeft geregeld en zij zonder zijn toestemming zijn dossier ter inzage heeft gegeven aan de runningtherapeuten en de politie.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College van Toezicht oordeelt dat de klacht in zijn geheel ongegrond is. Verweerster heeft de continuïteit van de behandeling van klager voldoende geborgd door hem bij haar vertrek terug te verwijzen naar de regiebehandelaar. Daarnaast was geen toestemming van klager nodig voor het delen van gegevens met de runningtherapeuten aangezien deze onder de directe leiding van de psycholoog meewerken aan de professionele relatie.
Ten slotte valt het doorsturen van mails aan de politie na de beëindiging van de behandelrelatie buiten de beoordeling van het College.
Klacht ongegrond
Hoger beroep ingesteld.
Klagers, ouders van een dochter, verwijten de psycholoog dat zij hun dochter de schuld heeft gegeven van te laat komen op een afspraak, op onvriendelijke wijze aan haar heeft gezegd dat zij last heeft van faalangst, de terugkoppeling van de verrichtte diagnostiek aan de dochter op te negatieve wijze heeft gebracht en niet heeft gereageerd op hun e-mail dienaangaande.
Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft erkend dat het beter was geweest indien zij wel direct op de e-mail had gereageerd waarvan zij was geschrokken.
Het College van Toezicht oordeelt dat niet kan worden vastgesteld of de gesprekken zo zijn gelopen als klagers stellen nu verweerster de gang van zaken voldoende gemotiveerd heeft weersproken.
Wel had verweerster op de e-mail van klagers moeten reageren en niet daarmee moeten wachten tot na de kerstvakantie.
Klacht gegrond, geen maatregel opgelegd vanwege toetsbare opstelling verweerster.
Klager verwijt de psycholoog (bij wie hij een assessment heeft doorlopen) dat zij hem een ongepaste vraag heeft gesteld naar drugsgebruik, zij daarnaast had moeten stoppen met het onderzoek omdat klager slecht had geslapen, en zij klager niet de mogelijkheid heeft geboden van een herkeuring op korte termijn op grond van de Wet Medische Keuringen (WMK). De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College van Toezicht oordeelt dat de psycholoog met de vraag naar het drugsgebruik zich binnen de grenzen van de psychologische beroepsuitoefening heeft bewogen. De door de WMK geboden mogelijkheid van herkeuring is daardoor niet van toepassing. Voorts komt het feit dat klager geen gebruik heeft gemaakt van het aanbod van verweerster het onderzoek op een later moment voort te zetten voor zijn risico.
Klacht ongegrond.
Klager verwijt de behandelend klinisch psycholoog van zijn ex-partner dat zij verklaringen op verzoek van zijn ex-partner heeft opgesteld, daarin een waardeoordeel heeft afgegeven over het arbeidsvermogen van zijn ex-partner dat buiten haar deskundigheidsgebied ligt en bovendien een ander doel dient dan de behandeling van de ex-partner. De psycholoog heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het College van Toezicht oordeelt dat sprake is van ongerichte verklaringen, namelijk gericht aan “Besten”, die het psychisch functioneren van de eigen cliënt betreffen. De psycholoog had de verklaringen niet in deze vorm af mogen geven omdat de psycholoog hiermee artikel 52 van de Beroepscode 2015 heeft overtreden. Met de afgifte van deze verklaring door de psycholoog is een juridisch en materieel belang gemoeid. Het NIP raadt het afgeven van dergelijke verklaringen sterk af omdat de psycholoog moet voorkomen in een belangenconflict betrokken te raken waar hij als behandelaar buiten staat. Artikel 52 van de Beroepscode overtreden.
Klacht toch ongegrond wegens opstelling van de psycholoog ter zitting die onder andere ter plekke heeft toegezegd de tweede verklaring schriftelijk in te zullen trekken.
Klaagster verwijt de psycholoog dat hij haar te direct heeft gevraagd naar haar suïcidale gedachten, met haar een verhitte discussie is aangegaan over drugsgebruik en bot heeft gereageerd op haar psychologische toestand. Door slechts voorwaardelijke hulp te bieden is klaagster erg van slag geraakt.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat de klacht in al zijn onderdelen niet gegrond is.
Klaagster heeft haar klachten gebagatelliseerd omdat zij zo graag hulp wilde. Ook is niet vast te stellen hoe de gesprekken tussen beide partijen precies zijn verlopen. Daarom kan niet worden vastgesteld of de door klaagster gestelde feiten vaststaan die volgens haar ten grondslag liggen aan het verweten gedrag.
Dat verweerder klaagster niet snel genoeg een consult heeft aangeboden toen zij dat nodig had, staat evenmin vast.
Klacht ongegrond met kanttekening.
Uitspraak CvT 24/06, 24/07 en 24/08
Klagers verwijten de psycholoog die samen met vijf anderen een commentaar op een artikel van klagers hebben gepubliceerd onder meer dat zij niet de terughoudendheid hebben betracht die passend is bij het opstellen en openbaar maken van twijfel aan de diagnose van een cliënt. Daarnaast hebben zij die diagnose in twijfel getrokken een de hand van diagnostische argumenten die niet voldoen aan de professionele standaard en hebben zij niet de verantwoordelijkheid genomen uit de publicatie voortvloeiende schade te beperken.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College van Toezicht oordeelt dat alle auteurs verantwoordelijk zijn voor het commentaar op het artikel. Niet goed valt te begrijpen waarom de psycholoog samen met de andere auteurs de schade niet direct heeft beperkt door het artikel terug te trekken en haar excuus te maken aan cliënte. Daarnaast heeft de psycholoog een gevalideerde wijze van diagnosticeren in twijfel getrokken en heeft zij het vertrouwen in de wetenschap van de psychologie geschaad.
Artikelen 18, 25 en 106 van de Beroepscode 2015 overtreden.
Klacht gegrond, berisping
Uitspraak CvT 24/09, 24/10 en 24/11
Klager, ex-advocaat in het jeugdrecht, verwijt de psycholoog als derde dat zij een rapport betreffende zijn cliënt heeft uitgebracht waar cliënt het niet mee eens is. In het rapport is een advies tot uithuisplaatsing van de zoons van cliënt opgenomen. Aan de psycholoog is door het College niet om verweer gevraagd omdat eerst de ontvankelijkheid van de klacht zal worden beoordeeld.
Het College oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. Klager is geen betrokkene in de zin van de Beroepscode. Evenmin is de klacht van klager in het belang van de psychologie of de psychologiebeoefening. Uit de klacht blijkt namelijk dat klager het particuliere belang van vader nastreeft.
Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.