NIP

Home Beroepsethiek en -kwaliteit Tuchtrecht Uitspraken van College van Toezicht

Uitspraken 2019 College van Toezicht

De geanonimiseerde uitspraken gedaan door het College van Toezicht in het jaar 2019.

Let op: Bij elke uitspraak staat vermeld in welk jaar de klacht is binnengekomen, dus niet in welk jaar de uitspraak is gedaan. Het nummer achter het jaartal geeft aan om de hoeveelste klacht van dat jaar het gaat. Zo verwijst “2019, nr. 24” naar de 24e klacht die in 2019 is binnengekomen.

Uitspraak klacht 2019, nr. 24 CvT

Klager verwijt de psycholoog onder meer dat zij een onderzoek in het kader van een materiële controle in opdracht van de gemeente op basis van de Jeugdwet op onzorgvuldige wijze en niet onafhankelijke heeft uitgevoerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College stelt voorop dat dat de wijze waarop het onderzoek diende te worden uitgevoerd tot de beleidsvrijheid van de psycholoog behoort. Het College toetst of het onderzoek door de psycholoog dat tot de rapportage heeft geleid uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de tuchtrechtelijke toets der kritiek kan doorstaan en of de psycholoog binnen de grenzen van zijn of haar  deskundigheid is gebleven. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage wordt beoordeeld of de psycholoog in redelijkheid tot die conclusie heeft kunnen komen.
In dit geval heeft het College niet kunnen constateren dat dit niet het geval is.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 11 december 2019 

Uitspraak klacht 2019, nr. 22 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat hij het intakegesprek in rekening heeft gebracht, omdat het volgens klager zou gaan om een vrijblijvende afspraak.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog terecht een declaratie heeft gestuurd voor het intakegesprek, aangezien klager akkoord is gegaan met de brief van de psycholoog waarin stond wat de kosten voor het intakegesprek waren.
Het College wijst er in zijn algemeenheid op dat een intakegesprek doorgaans niet gratis is. Het intakegesprek is onderdeel van de professionele relatie tussen de psycholoog en de cliënt. De professionele diensten die hij daarbij aan de cliënt verleent mag hij in rekening brengen, ongeacht of de cliënt besluit de professionele relatie al dan niet voort te zetten.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 11 december 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 15 CvT

Klager verwijt de psycholoog onder meer dat zij zijn zoon in de steek heeft gelaten door als eis voor verdere begeleiding te stellen dat hij zijn medicijnen zou innemen. Voorts stelt klager dat de psycholoog negatieve uitlatingen over hem heeft gedaan op de school van zijn zoon.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College komt tot de conclusie dat, nu de psycholoog hetgeen klager haar verwijt gemotiveerd heeft weersproken, niet is komen vast te staan dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 13 november 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 12 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog onder meer dat zij bij de begeleiding van klaagsters zoon onvoldoende onafhankelijk is geweest, en vader heeft bevoordeeld, en dat zij ten onrechte vanuit haar privé e-mail adres vertrouwelijke informatie heeft verzonden.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft niet kunnen constateren dat de psycholoog zich niet onafhankelijk zou hebben opgesteld en vader zou hebben bevoordeeld.
Wel is het College van oordeel dat de psycholoog buiten haar oorspronkelijke opdracht is getreden, door de ouders en de advocaat van klaagster uit te nodigen voor een gesprek over de omgang.
De psycholoog heeft hierdoor in strijd met artikel 51 van de Beroepscode 2015 meerdere professionele rollen vermengd, zonder hieromtrent aan klaagster duidelijkheid te verschaffen.
Ook heeft de psycholoog artikel 72 overtreden door documenten onbeveiligd te verzenden via haar g-mailadres.
Klacht deels gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 oktober 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 07 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat zij een onjuiste verklaring heeft opgesteld over zijn neef (haar cliënt) die bij hem in het bedrijf heeft gewerkt. Deze verklaring is overgelegd in de ontbindingsprocedure bij de rechtbank.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat verweerster door de uitgebrachte verklaring over de werksituatie van de neef heeft gerapporteerd over anderen dan de cliënt. Daarmee heeft zij artikel 96 overtreden.
Het NIP raadt het psychologen af verklaringen te verstrekken aan cliënten waarmee een direct materieel of juridisch belang is gemoeid. Verweerster had bovendien haar verklaring weer op ondubbelzinnige wijze kunnen intrekken.
Artikel 96 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 oktober 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 09 CvT

Klager verwijt de psycholoog (1) dat hij het concept-rapport betreffende een neuro-psychologische expertise zonder zijn toestemming aan derden heeft gestuurd en (2) dat dit rapport onzorgvuldig tot stand is gekomen.
De psycholoog heeft zich wat betreft klachtonderdeel 1 gerefereerd aan het oordeel van het College en heeft wat betreft klachtonderdeel 2 gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klachtonderdeel 1 gegrond is. Verweerder heeft artikel 81 van de code overtreden. Doordat verweerder er direct alles aan heeft gedaan schade voor klager te voorkomen en hier tegenover de advocaat van klager van meet af aan open is geweest, wordt hem geen maatregel opgelegd.
Klachtonderdeel 2 wordt niet in behandeling genomen. Het rapport is geblokkeerd en niet is gebleken dat de schaderegelaar en de verzekeraar over het rapport beschikken. De verzekeringskwestie gaat het College niet aan.
Artikel 81 van de Beroepscode overtreden.
Klacht deels gegrond, geen maatregel opgelegd.
Klachtonderdeel 2 niet in behandeling genomen.
Datum uitspraak CvT: 18 september 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 08 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat zij onzorgvuldig is geweest in haar communicatie over de betaling van haar factuur, onder meer door daarover een e-mail te sturen naar het mailadres van klagers bedrijf.
Ook klaagt klager over verweersters weigering hem een EMDR behandeling te geven.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog onprofessioneel heeft gehandeld door het frequent sturen van betalingsherinneringen, o.a. per sms. De psycholoog heeft voorts haar beroepsgeheim geschonden door een e-mail naar klagers werkadres te zenden, welke e-mail bovendien een dreigende toonzetting bevatte.
Dat de psycholoog de door klager gewenste behandelmethode minder geschikt achtte voor klager is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De afweging hieromtrent behoort tot de beoordelingsvrijheid van de psycholoog.
De artikelen 12, 15, 18 en 71 van de Beroepscode 2015 zijn overtreden.
Klacht deels gegrond.
Maatregel: waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 18 september 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 54 CvT

Klager heeft een klacht ingediend tegen een psycholoog die eigenaar is van een psychologenpraktijk. Een bij de praktijk werkzame psycholoog, behandelaar van klagers ex-partner, heeft tegenover Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming uitspraken gedaan over klager.
Klager verwijt de psycholoog, verweerder, dat hij weigert de naam van de betreffende medewerker te noemen, en daarmee nalaat mee te werken aan de behandeling van een klacht tegen de medewerker.
Tevens verwijt klager verweerder, die verantwoordelijk is voor het handelen van de medewerker, dat hij de onjuiste handelwijze van de medewerker heeft ‘gesauveerd’.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft bij tussenbeslissing d.d. 15 mei 2019 klager in zijn klacht ontvankelijk verklaard en een mondelinge behandeling van de klacht bepaald.
Het College is van oordeel dat de psycholoog niet verplicht is de naam van zijn medewerker prijs te geven.
Het College is voorts van oordeel dat de psycholoog, nu hij bemoeienissen met de casus van klagers ex-partner heeft gehad, deel uitmaakte van het behandelteam. Op grond van artikel 31 van de Beroepscode 2015 is de psycholoog medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van het handelen van het team. Tevens is de psycholoog verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk van zijn medewerker, nu deze onder zijn directe leiding meewerkte aan de behandelopdracht. De psycholoog had de medewerker moeten wijzen op de afgeleide verplichtingen uit de Beroepscode. Artikel 32 van de Beroepscode 2015 is overtreden.
Klacht gegrond.
Maatregel: waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 18 september 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 10 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij teveel tijd in rekening heeft gebracht.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht, omdat partijen overeenstemming hebben bereikt over terugbetaling aan klaagster van een bedrag, welk bedrag vervolgens door de psycholoog aan klaagster is voldaan. Daarmee is naar het oordeel van het College de tussen partijen bestaande kwestie met onderling goedvinden afgedaan en kan klaagster daarover niet meer klagen.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat bij het College niet geklaagd kan worden over de hoogte van declaraties.
Klaagster is niet-ontvankelijk in haar klacht.
Datum uitspraak CvT: 12 juni 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 05 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog, optredend als door de rechtbank benoemde bijzondere curator, dat hij haar vragen niet heeft beantwoord en aan de rechtbank heeft bericht dat klaagster geen medewerking wilde verlenen aan zijn onderzoek.
De psycholoog heeft aangevoerd dat klaagster niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar klacht en heeft voorts inhoudelijk gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft klaagster ontvankelijk verklaard in de klacht.
Wat betreft de inhoud van de klacht heeft het College geoordeeld dat verweerder er in de gegeven omstandigheden voor heeft kunnen kiezen de vragen van klaagster niet te beantwoorden.
Verder heeft verweerder juist gehandeld door de opdracht terug te geven nu hem duidelijk was geworden dat hij de dochter van klaagster niet zou kunnen spreken. Verweerder heeft dit in zijn brief aan de rechtbank bovendien op voldoende zakelijke wijze genoemd.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 12 juni 2019

Uitspraak klacht 2019, nr. 02 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat hij niet is ingegaan op haar verzoek om een andere hulpverlener.
Ook klaagt zij over de gestelde diagnose, het behandeldossier en het beëindigen van de hulpverlening.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 12 juni 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 51 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij de dossiers van haar en haar overleden echtgenoot in opdracht van de erven van de therapeut niet veilig beheert, dat sprake is van belangenverstrengeling omdat de psycholoog ook cliënt was van de overleden therapeut en dat zij niet bereid is het dossier van haar overleden echtgenoot te vernietigen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klaagster ontvankelijk is in de klacht.
Niet vast is komen te staan dat de beheerde dossiers voor allerlei personen toegankelijk zijn. De psycholoog heeft als groepsgenoot van klaagster en haar man het collegiaal beheer van de dossiers op zich kunnen nemen. Ook was de psycholoog niet verplicht tot vernietiging van het dossier van de echtgenoot nu het beroepsgeheim niet eindigt bij het overlijden van de cliënt.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 5 juni 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 47 CvT

Klagers, ouders van een meerderjarige zoon die onder behandeling was bij de psycholoog, verwijten de psycholoog dat zij de relatie met hun zoon heeft verstoord, zij een te snelle conclusie heeft getrokken over de hulpvraag van de zoon, hem heeft bevestigd in zijn gameverslaving en in een gesprek een vijandige houding heeft aangenomen richting klagers.
De psycholoog heeft aangevoerd dat klagers deels niet ontvankelijk zijn in de klacht en heeft voor het overige gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat klagers niet-ontvankelijk zijn in de klachtonderdelen die de behandeling van hun meerderjarige zoon betreffen.
Klagers zijn wel ontvankelijk in het klachtonderdeel inhoudende dat verweerster een vijandige houding jegens hen heeft aangenomen.
Verweerster heeft volgens het College in strijd gehandeld met de eisen van kwaliteit en zorgvuldigheid door schofferende en bedreigende mails te verzenden. Verweerster heeft onvoldoende kritisch nagedacht over haar persoonlijke waarden en motieven die bij de mailwisseling een rol speelden.
Nu verweerster in een andere recente klachtzaak eveneens een berisping heeft opgelegd gekregen vanwege onprofessioneel handelen/communiceren wordt een voorwaardelijke schorsing in het lidmaatschap van de vereniging opgelegd met als voorwaarde een leertherapie van 10 sessies van een uur waarin deze casus een rol kan spelen.
Artikelen 14, 15 en 98 van de Beroepscode overtreden.
Klacht deels gegrond, voorwaardelijke schorsing van één jaar.
Datum uitspraak CvT: 15 mei 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 46 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij door het opstellen van een verklaring ten behoeve van klaagsters moeder, welke verklaring uitspraken over klaagster bevatte, de vertrouwelijkheid heeft geschonden, die zij in acht had meten nemen nu klaagster destijds haar cliënt was.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog in strijd heeft gehandeld met de artikelen 51, 71 en 96 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 15 mei 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 41 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat zij de uitslag van het door hem afgelegde e-assessment niet mee heeft genomen in het selectierapport en dat de eindconclusies in haar rapport ongeloofwaardig zijn omdat deze afwijken van de conclusies van eerder door hem afgelegde assessments die op dat moment nog geldig waren.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd
Het College oordeelt dat niet vast is komen te staan dat de resultaten van het e-assessment niet in het rapport zijn opgenomen. Voorts betekent het feit dat het feit dat twee assessments verschillende uitkomsten hebben, niet automatisch dat het laatst gegeven advies onjuist is.
Wel wordt door het College nog opgemerkt dat verweerster zich gelet op artikel 64 van de Beroepscode beter had kunnen voorbereiden wat betreft de precieze vraagstelling, maar dit leidt er in dit geval niet toe dat de klacht gegrond is nu verweerster ter zitting heeft verklaard voortaan in dergelijke gevallen zorgvuldiger te werk te gaan.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 15 mei 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 55 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat hij hem in zijn verweerschrift in een eerdere klachtprocedure op onjuiste en ongefundeerde wijze heeft beschuldigd.
Het College heeft zich alvorens de klacht voor verweer door te sturen naar de psycholoog beraden over de ontvankelijkheid.
Het College heeft geconstateerd dat de thans door klager ingediende klacht ook reeds door hem in die eerdere klachtprocedure is ingebracht.
In die klachtzaak is in twee instanties uitspraak gedaan. Tegen het oordeel van het College van Beroep bestaat geen verdere beroepsmogelijkheid.
Artikel 2.1.5. van het Reglement voor het Toezicht bepaalt dat het College geen klacht in behandeling neemt waarover het reeds eerder uitspraak heeft gedaan.
Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Datum uitspraak CvT: 17 april 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 31 CvT

Klager verwijt de psycholoog onder meer dat zij een onjuist selectie-assessment heeft afgenomen, dat niet objectief was en dat op hem als een wasstraat is overgekomen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog voorafgaand aan het assessment voldoende informatie aan klager heeft verstrekt. Niet vast is komen te staan dat de psycholoog niet objectief was. Evenmin is gebleken dat klager en de psycholoog onvoldoende met elkaar hebben kunnen communiceren vanwege de niet-Nederlandse achtergrond van klager.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 17 april 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 30 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij een melding over haar bij Veilig Thuis heeft gedaan en dat zij daarbij de meldcode niet heeft nageleefd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog gelet op de omstandigheden die in de overwegingen van het College zijn weergegeven, terecht tot de melding is overgegaan. In dit geval is het de psycholoog niet te verwijten dat zij noodgedwongen stap 3 (het gesprek met de cliënt) heeft overgeslagen.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 17 april 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 28 CvT

Klaagster verwijt haar behandelend psycholoog dat zij in haar bejegening zeer dwingend was, waardoor klaagster zich onder druk gezet voelde.
Ook stelt klaagster dat de psycholoog haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door de wijze waarop zij haar verweerschrift in de klachtprocedure heeft geformuleerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft niet kunnen constateren dat de psycholoog dwingend was jegens klaagster, maar acht haar handelwijze juist zorgvuldig.
Met betrekking tot de formulering van het verweerschrift is het College van oordeel dat de psycholoog binnen de marge van haar eigen beoordelingsbevoegdheid is gebleven bij de keuze van de gegevens die zij in haar verweer heeft verstrekt.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 17 april 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 49 CvT

Klagers verwijten de psycholoog dat hij hen intimiderend en onprofessioneel heeft behandeld bij de door hen ingediende klachten tegen de praktijk. Ook is niet duidelijk of de klachtafhandeling onafhankelijk is geweest.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog zich te veel heeft laten leiden door zijn emoties. Hij had deskundig advies en ondersteuning moeten vragen gelet op zijn weerstand tegen en gevoeligheid voor mogelijk in te dienen klachten. Wat betreft de klachtprocedure heeft het College niet vast kunnen stellen dat verstrekte  informatie hierover onduidelijk is geweest.
Artikel 41 en 102 van de code overtreden.
Klacht deels gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 13 maart 2019

Uitspraak CvB klacht 2019, nr. 08 (klacht 2018, nr. 49 CvT)

Zowel klagers als de psycholoog zijn in hoger beroep gekomen. Het College van Beroep bevestigt de beslissing van het College van Toezicht met wijziging van gronden.
Datum uitspraak CvB: 24 januari 2020

Uitspraak klacht 2018, nr. 29 CvT

Klager verwijt de psycholoog onder meer dat zij een onjuist forensisch psychologisch rapport heeft opgesteld waarin hij wordt gediagnosticeerd als narcist. Klager stelt dat hij hierdoor zijn zaak bij de rechter tot uitbreiding van de omgang met zijn zonen heeft verloren.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de door de psycholoog uitgebrachte rapportage voldoet aan de daaraan te stellen vereisten. Wel had de psycholoog een en ander wat zakelijker en omzichtiger op schrift kunnen stellen. Met inachtneming van deze kanttekening is een rapport van voldoende gehalte uitgebracht.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 13 maart 2019

Uitspraak CvB klacht 2019, nr. 07 (klacht 2018, nr. 29 CvT)

Het College van Beroep verenigt zich met het oordeel van het College van Toezicht en verklaart het beroep ongegrond.
Datum uitspraak CvB: 29 november 2019

Uitspraak klacht 2017, nr. 38 CvT

Klager verwijt de psycholoog, die is opgetreden als bijzondere curator over klagers zoon, onder meer dat hij een rapport heeft opgesteld, waarin geen lijn is te ontdekken en waarin de onderbouwing van zijn stellingen en adviezen ontbreekt.
De psycholoog heeft als primair verweer opgeworpen dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht, onder meer omdat hij zijns inziens niet als psycholoog heeft gehandeld. Daarnaast heeft de psycholoog gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klager in zijn klacht ontvankelijk is. Naar het oordeel van het College heeft de psycholoog in strijd gehandeld met artikel 97 van de Beroepscode 2015, aangezien een aantal conclusies in het rapport niet wordt gedragen door de bevindingen.
Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel, aangezien de psycholoog geen lid meer is van het NIP en zijn registratie inmiddels ook is geëindigd.
Datum uitspraak CvT: 11 maart 2019.

Uitspraak klacht 2018, nr. 45 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij in korte tijd tot twee keer toe haar belofte niet is nagekomen. Zij reageerde pas na twee weken op een e-mail van klaagster en heeft het eerder toegezegde bedrag pas zeer laat aan klaagster terugbetaald.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog, die als basispsycholoog werkzaam is in een praktijk zonder collega’s, niet heeft gezorgd voor een goede kwaliteit van haar beroepsmatig handelen. De door de psycholoog genoemde privé omstandigheden, die ten tijde van het klachtwaardig handelen leidden tot een onbalans in haar leven, maken dit niet anders. De psycholoog heeft ten opzichte van klaagster die in een moeilijke en kwetsbare periode verkeerde in verschillende opzichten niet professioneel gehandeld.
Artikel 107 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, berisping.
Datum uitspraak CvT:13 februari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 39 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog dat zij zich in een gesprek op botte wijze heeft uitgelaten over haar hond en dat de psycholoog haar op een wijze heeft behandeld waardoor zij zich steeds kleiner voelde worden.
De psycholoog heeft erkend dat haar opmerking over de hond niet juist was. Zij heeft voorts verklaard dat zij aan het einde van een gesprek niet aan een cliënt vraagt of het gesprek aan de verwachtingen heeft voldaan. Voor het overige heeft de psycholoog de klacht gemotiveerd betwist.
Het College is van oordeel dat de psycholoog niet sensitief en empathisch heeft gehandeld. Opvallend is dat de psycholoog en klaagster hetzelfde verhaal vertellen maar dat de beleving geheel anders is geweest. De psycholoog heeft geen effectieve gesprekstechniek ter voorkoming van miscommunicatie gebruikt.
Artikelen 101 en 23 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 13 februari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 33 CvT

Klagers verwijten de psycholoog dat hij niet te vertrouwen is in zijn contacten met de gemeente en sjoemelt met gemeenschapsgelden.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft geoordeeld dat de verschillende klachtonderdelen niet zijn komen vast te staan. Klacht ongegrond.
Uitspraak CvT: 13 februari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 32 CvT

Klaagster verwijt haar behandelend psycholoog onder meer dat zij haar vertrouwen heeft geschaad door de indruk te wekken dat zij met klaagsters oom, met wie de psycholoog bevriend was, over de behandeling van klaagster heeft gesproken. Deze vriendschap is door verweerster met klaagster besproken; klaagster heeft ervoor gekozen toch door te gaan met de behandeling.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft geconstateerd dat het woord van klaagster tegenover dat van verweerster staat. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster vertrouwelijke informatie over klaagster met klaagsters oom heeft gedeeld.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 13 februari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 24 CvT

Klaagster verwijt haar behandelend psycholoog dat zij veel afspraken heeft afgezegd, en dat vaak pas kort van tevoren.
Ook klaagt zij over het feit dat de psycholoog haar heeft gevraagd of zij iemand wist om haar bij te staan bij het opzetten van een bedrijf.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd en gesteld dat zij door een medische aandoening, die haar op onverwachte momenten verhinderde om haar werk te doen, en waarvan klaagster op de hoogte was, genoodzaakt was de afspraken te verzetten.
Het College is van oordeel dat de psycholoog, toen bleek dat zij de afspraken vaak moest afzeggen, de afweging had moeten maken of zij op deze manier kon doorgaan met de behandeling van klaagster, en met haar had moeten overleggen of het wellicht beter zou zijn haar (tijdelijk) door te verwijzen naar een andere psycholoog. Door dat niet te doen heeft de psycholoog in strijd gehandeld met artikel 107 van de Beroepscode 2015.
Daarnaast heeft de psycholoog zich, door klaagster het bovenvermelde verzoek te doen, schuldig gemaakt aan rolvermenging als bedoeld in artikel 52 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 13 februari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 35 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat hij de behandelrelatie na bijna 8 jaar te abrupt heeft beëindigd zonder de continuïteit te waarborgen. Ook heeft hij geen informatie van de psycholoog ontvangen bij het opnieuw aangaan en voortzetten van de professionele relatie.
De psycholoog heeft de klacht gemotiveerd betwist.
Het College is van oordeel dat de psycholoog de behandelrelatie niet in overleg met deze kwetsbare cliënt heeft afgerond door middels een drieregelig briefje de behandelrelatie op te zeggen en de continuïteit daarvan niet (direct) te waarborgen. Dat de psycholoog dit kreeg aangeraden door zijn intervisiegroep maakt dit niet anders. Ook het feit dat de psycholoog ten tijde van het schrijven van dit briefje privé veel zorgen had om zijn zoon, leidt niet tot een andere beslissing.
Dat de psycholoog geen schriftelijke behandelinformatie aan klager heeft verstrekt is niet vast komen te staan. Dit deel van de klacht is ongegrond.
Artikel 40, 19 en 107 van de Beroepscode overtreden.
Klacht deels gegrond, berisping.
Datum uitspraak CvT: 16 januari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 26 CvT

Klager verwijt de psycholoog dat zij onjuiste en belastende informatie aan de psycholoog van het NIFP, die in opdracht van Jeugdzorg onderzoek deed naar een passende zorgregeling met betrekking tot de kinderen, heeft gegeven. De psycholoog is meegegaan in de beweringen van moeder en heeft deze beweringen als feitelijkheden aan de psycholoog gemeld, aldus klager. Voorts klaagt klager erover dat de psycholoog ondanks zijn herhaalde verzoeken daartoe weigert antwoord te geven op zijn vraag hoe zij tot haar bevindingen is gekomen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog in strijd heeft gehandeld met artikel 96 en artikel 15 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 januari 2019

Uitspraak klacht 2018, nr. 23 CvT

Klaagster verwijt de psycholoog, optredend als door de rechtbank benoemde mediator, onder meer dat zij partijdig is opgetreden door alleen reacties van vader te verwerken, onduidelijkheid heeft laten bestaan betreffende de evaluatie van het ouderschapsplan en een nieuw advies heeft uitgebracht zonder klaagster en de kinderen te horen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat niet vastgesteld kan worden dat de psycholoog reacties van alleen vader heeft verwerkt in het rapport. De psycholoog heeft wél onduidelijkheid laten voortduren betreffende de evaluatie en waarom zij toen een gesprek met vader alleen heeft gevoerd. Daardoor is zij niet onafhankelijk en objectief opgetreden én dit heeft er toe geleid dat de psycholoog eenzijdig en onjuist is voorgelicht. Daarbij komt dat de psycholoog deze informatie heeft opgenomen in een nader advies zonder klaagster verder te raadplegen.
Artikelen 41, 90 en 98 van de Beroepscode overtreden.
Klacht deels gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 januari 2019