Uitspraken 2018 College van Toezicht
De geanonimiseerde uitspraken gedaan door het College van Toezicht in het jaar 2018.
Let op: Bij elke uitspraak staat vermeld in welk jaar de klacht is binnengekomen, dus niet in welk jaar de uitspraak is gedaan. Het nummer achter het jaartal geeft aan om de hoeveelste klacht van dat jaar het gaat. Zo verwijst “2018, nr. 40” naar de veertigste klacht die in 2018 is binnengekomen.
Uitspraak klacht 2018, nr. 40 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog onder meer dat hij een assessment heeft laten uitvoeren door een niet-psycholoog, terwijl de indruk was gewekt dat het onderzoek zou worden uitgevoerd door een psycholoog NIP met inachtneming van de daarbij behorende kwaliteitseisen.
Ook stelt klaagster dat zij niet is gewezen op het correctierecht.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog in strijd heeft gehandeld met de artikelen 15, 32, 62 en 63 van de Beroepscode 2015. Het College rekent het de psycholoog zwaar aan dat hij op zijn website de indruk wekt te werken volgens de kwaliteitseisen van het NIP, maar daar in dit geval op een aantal onderdelen geen gevolg aan heeft gegeven.
Klacht gegrond, berisping.
Datum uitspraak CvT: 12 december 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2018, nr. 27 CvT
Klager verwijt de psycholoog met name dat zij een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis over de opvoeding van zijn zoon zonder daarover vooraf met hem van gedachten te wisselen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat verweerster stap 3 uit de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ten onrechte niet heeft gevolgd. Bovendien is zij ook achteraf niet meer het gesprek met klager aangegaan.
Daarnaast heeft zij zonder gerichte toestemming van klager een melding bij de huisarts gedaan.
Artikel 89 en 1.12 van de Beroepscode gegrond.
Klacht gegrond.
Datum uitspraak CvT: 12 december 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 22 CvT
Klager, bedrijfsarts, klaagt onder meer over de manier waarop de psycholoog op zijn verzoek om informatie over een arbeidsongeschikte werknemer, cliënt van de psycholoog, heeft gereageerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog er geen blijk van heeft gegeven dat zij klagers kennis, inzicht en ervaring als bedrijfsarts respecteerde. Zij is in die zin niet zorgvuldig in haar communicatie met klager geweest.
De artikelen 15 en 56 van de Beroepscode 2015 zijn overtreden.
Op grond van alle omstandigheden, waaronder het feit dat de psycholoog zich toetsbaar heeft opgesteld en zelfinzicht heeft getoond, wordt volstaan met gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht, zonder oplegging van een maatregel.
Klacht deels gegrond. Geen maatregel.
Datum uitspraak CvT: 12 december 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 21 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat hij een volledig behandeltraject heeft gedeclareerd terwijl er alleen een intakegesprek heeft plaatsgevonden. En voorts dat hij fraude heeft gepleegd door haar te adviseren niet direct bij hem in EMDR-therapie te gaan zodat haar verzekeraar meer zal uitkeren.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat er terecht directe en indirecte tijd in rekening is gebracht en dat er dus meer werk is verricht dan alleen zou voortvloeien uit een (vrijblijvend) intakegesprek.
De fraude staat evenmin vast nu verweerder bij zijn advies geen voordeel heeft gehad. Wel wordt verweerder aangeraden in een eerder stadium met een mogelijke cliënt te bespreken of er een schadezaak loopt en te expliciteren dat de bedoeling van behandeling klachtreductie is.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 12 december 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 18 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat zij de behandeling van hem en zijn partner onzorgvuldig heeft uitgevoerd en dat zij hen beiden ‘in de kou heeft laten staan’ door de behandelrelatie te verbreken.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de handelwijze van de psycholoog met betrekking tot de beëindiging van de behandeling in strijd is met de artikelen 21 en 40 , tweede zin, van de Beroepscode 2015.
Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 14 november 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 13 CvT
Klager, in zijn hoedanigheid van arts Beleid en Advies en medisch adviseur van een verzekeraar, verwijt de psycholoog onder meer dat hij werkzaam is als GZ-psycholoog maar daarnaast ook als ontwikkelaar/producent van natuurmiddelen, dat hij irreële verwachtingen wekt wat betreft deze middelen, en dat hij zijn persoonlijke belangen hiermee oneigenlijk bevordert.
Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht.
De klacht betreft in het algemeen de inhoud van het zorgaanbod van verweerder. Klager is daarbij echter niet direct of indirect betrokken zoals bedoeld in artikel 1.2 van de Beroepscode.
Er is evenmin aanleiding om op grond van artikel 2.1.3 RvT de klacht in behandeling te nemen.
Klager niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
Datum uitspraak CvT: 14 november 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 05 CvT
Klager verwijt de psycholoog, optredend als bijzonder curator, onder meer dat zij haar rapport onvoldoende heeft gemotiveerd, klager op de zitting bij het Hof heeft gediskwalificeerd en haar advies zonder overleg meerdere keren heeft bijgesteld.
Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat klaagster ontvankelijk is in haar klacht en dat de Beroepscode op het handelen van verweerster als gedragsdeskundig bijzondere curator van toepassing is. Verweerster dient zich conform die professionele standaard te houden aan “de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curator o.g.v. art. 1:250 BW” opgesteld door de Rechtspraak.
Verweerster heeft naar het oordeel van het College te weinig belangrijke informatie bij derde partijen opgevraagd en heeft daardoor de opdracht van de rechtbank te beperkt opgevat. Daarmee is het eerste klachtonderdeel gegrond. Tevens heeft zij in haar ter zitting van het Hof voorgedragen persoonlijke aantekeningen te emotioneel gereageerd op aantijgingen van vader. Ten slotte heeft verweerster haar beide adviezen als bijzonder curator bijgesteld zonder opnieuw met vader en de kinderen in gesprek te gaan. Daarmee zijn deze adviezen onvoldoende onderbouwd.
Klachtonderdeel 3 is eveneens gegrond.
Artikel 16 van de Beroepscode is overtreden.
Klacht gegrond, berisping.
Datum uitspraak CvT: 14 november 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 32 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog onder meer dat hij het conceptrapport van een door haar ondergaan assessment als onbeveiligd PDF document via onbeveiligde e-mail aan haar heeft gezonden.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft alvorens uitspraak te doen advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van ICT, informatiebeveiliging en privacy. De deskundige heeft geconcludeerd dat de psycholoog niet heeft voldaan aan de vereisten om maximale vertrouwelijkheid te garanderen, omdat hij het conceptrapport onversleuteld via e-mail heeft verzonden.
Het College heeft het advies van de deskundige overgenomen en geoordeeld dat de psycholoog artikel 72 van de Beroepscode 2015 heeft overtreden.
Klacht (deels) gegrond, geen maatregel opgelegd.
Datum uitspraak CvT: 20 november 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 20 CvT
Klager, die in behandeling was bij een psycholoog in dienst van de instelling waarvan de aangeklaagde psycholoog directeur is, verwijt de aangeklaagde psycholoog onder meer dat hij heeft geweigerd het conflict tussen klager en zijn behandelend psycholoog op te lossen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft geconstateerd dat de psycholoog onduidelijk is geweest over de verschillende rollen die hij vervulde. Ook had de psycholoog naar het oordeel van het College er als leidinggevende op moeten toezien dat er een regiebehandelaar was aangesteld, hetgeen niet het geval was.
Het College komt tot de conclusie dat de artikelen 33 en 51 van de Beroepscode 2015 zijn overtreden.
Klacht deels gegrond, zonder oplegging van een maatregel, omdat de psycholoog veel tijd en energie heeft gestoken in pogingen om met klager tot een oplossing te komen, en omdat de procedure in de instelling met betrekking tot het aanstellen van een regiebehandelaar is aangepast.
Datum uitspraak CvT: 17 oktober 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 12 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij in meerdere opzichten is tekortgeschoten in de wijze waarop zij de behandeling van klaagster heeft uitgevoerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft niet kunnen vaststellen dat de psycholoog tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld ten opzichte van klaagster.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 17 oktober 2018
Uitspraak CvB klacht 2019, nr. 02 (klacht 2018, nr. 12 CvT)
Het College van Beroep verenigt zich met het oordeel van het College van Toezicht en bevestigt de beslissing van het College van Beroep.
Datum uitspraak CvB: 11 oktober 2019
Uitspraak klacht 2018, nr. 11 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij onjuiste informatie aan de Raad voor de Kinderbescherming heeft verstrekt en niet heeft gereageerd op een door haar per e-mail gestelde vraag betreffende die informatie.
Verweerster heeft de klacht deels erkend.
Het College is van oordeel dat verweerster onjuiste voorbeelden aan de Raad heeft genoemd over de omgang tussen klaagster en haar dochter. Klaagster had aan verweerster hiervoor geen gerichte toestemming verleend.
Voorts heeft verweerster er door haar opstelling jegens de ouders er voor gezorgd dat zij professioneel overvraagd werd en niet langer onafhankelijk kon optreden jegens hen.
Artikelen 89, 41, 51 en 98 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 17 oktober 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 03 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog, optredend als bijzondere curator, onder meer dat zij niet-wetenschappelijke rapporten heeft uitgebracht die tegenstrijdigheden bevatten, de rapportages zonder overleg direct naar de rechtbank heeft gestuurd en niet de juiste personen bij haar onderzoek heeft betrokken.
Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist.
Het College oordeelt dat klaagster ontvankelijk is in haar klacht en dat de Beroepscode op het handelen van verweerster als gedragsdeskundig bijzondere curator van toepassing is. Verweerster dient zich conform die professionele standaard te houden aan “de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curator o.g.v. art. 1:250 BW” opgesteld door de Rechtspraak.
Verweerster heeft haar rapporten gelet op de tekst van de leidraad op voldoende wijze onderbouwd. Evenmin heeft zij onvoldoende personen gesproken nu niet is gebleken dat zij belangrijke informatie van die personen heeft gemist. Tenslotte heeft de bijzondere curator niet de verplichting de rapportage eerst voor te leggen aan de betrokkenen. Juist op de zitting wordt hierover het debat met betrokkenen gevoerd.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 17 oktober 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 17 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog (een collega van verweerster in de zaak 18/15) dat zij een onjuiste diagnose betreffende haar dochter heeft gesteld. Volgens klaagster is sprake van HSP en geen ASS. Bovendien staat het IQ van kinderen niet al bij de geboorte vast, zoals de psycholoog haar op botte wijze heeft gezegd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat verweerster op grond van haar bevindingen in redelijkheid tot de conclusie ASS is kunnen komen. Dat de psycholoog op onbeleefde wijze heeft betoogd dat het IQ vanaf de geboorte vaststaat is, gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, niet vast komen te staan.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 19 september 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2018, nr. 15 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog (een collega van verweerster in de zaak 18/17) dat zij een onjuiste diagnose betreffende haar dochter heeft gesteld. Volgens klaagster is sprake van HSP en geen ASS. Bovendien staat het IQ van kinderen niet al bij de geboorte vast, zoals de psycholoog haar op botte wijze heeft gezegd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat verweerster op grond van haar bevindingen in redelijkheid tot de conclusie ASS is kunnen komen. Dat de psycholoog op onbeleefde wijze heeft betoogd dat het IQ vanaf de geboorte vaststaat is, gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, niet vast komen te staan.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 19 september 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2018, nr. 10 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat hij in brieven aan de advocaat van de ex-partner van klager en aan de rechtbank negatieve en beledigende uitspraken over hem heeft gedaan zonder dat hij hem ooit heeft ontmoet.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog artikel 96 van de Beroepscode 2015 heeft overtreden.
Klacht gegrond, berisping.
Datum uitspraak CvT: 19 september 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 36 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij tijdens de behandeling, die in 2010-2011 plaatsvond, onprofessioneel met haar is omgegaan.
Voorts stelt klaagster dat de psycholoog nadat de behandelrelatie was beëindigd, onduidelijk is geweest over de aard van de relatie die vervolgens ontstond, in het bijzonder met betrekking tot door haar aan klaagster in 2014 verstrekte vertaalopdrachten.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College besluit de klacht over de behandeling van bijna zeven jaar geleden buiten verdere behandeling te stellen. Het College overweegt dat de beweerde gedragingen niet dermate zwaarwegend zijn dat ze de aantasting van de rechtszekerheid aan de kant van de psycholoog, die er gelet op het tijdsverloop van mocht uitgaan dat zij na zo lange tijd niet meer met een klacht zou worden geconfronteerd, zouden rechtvaardigen.
Het College is van oordeel dat de psycholoog een onjuiste afweging heeft gemaakt ten aanzien van de vraag of zij zich, toen zij klaagster de vertaalopdracht verstrekte, er voldoende van had vergewist dat de voorafgaande professionele relatie voor klaagster geen onevenredige betekenis meer had.
De artikelen III.1.2.3 en III.2.3.8 van de Beroepscode 2007 zijn overtreden.
Klacht deels gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 19 september 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 29 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog, optredend als bijzonder curator, onder meer dat zij zich partijdig heeft opgesteld en dat zij het gevoel kreeg dat zij als moeder een bijzaak was.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat verweerster haar in de rapportage genoemde bevinding dat moeder een weinig coöperatieve houding naar vader toont te weinig heeft gemotiveerd. De klacht is in zoverre gegrond. Er is gehandeld in strijd met artikel 97 van de Beroepscode.
Klacht gegrond, waarschuwing
Datum uitspraak CvT: 19 september 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2018, nr. 19 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij op verzoek van haar dochter die cliënte was bij verweerster een verklaring over haar heeft opgesteld terwijl zij haar nog nooit heeft gezien en daar een juridisch belang mee was gemoeid.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat verweerster heeft gehandeld in strijd met artikel 96 van de code.
Bovendien heeft zij niet de relevantie van de gegevens kunnen inschatten, nu zij haar cliënte daar niet naar had gevraagd.
Het NIP raadt het behandelend psychologen af verklaringen ten bate van eigen cliënten te verstrekken.
Na beëindiging van de behandelrelatie is het dossier niet gesloten.
Artikel 96 van de Beroepscode overtreden
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 09 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat hij een onjuist assessmentrapport over hem heeft opgesteld dat door zijn werkgever is gebruikt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat het rapport niet heel helder is verwoord maar voor zover het College dit kan beoordelen geen onjuistheden bevat.
Dat het rapport door de werkgever van klager is gebruikt om hem te ontslaan is niet vast komen te staan. Wel had de psycholoog kritischer door kunnen vragen naar de (al dan niet) verborgen agenda van de opdrachtgever.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 07 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat haar website niet up-to-date was betreffende haar werkwijze.
Ook heeft zij half werk geleverd nu de intake maar half zo lang heeft geduurd als op haar website stond vermeld.
Verweerster heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat verweerster de artikelen 62 en 63 heeft overtreden.
Aan verweerster wordt geen maatregel opgelegd gelet op de beperkte ernst van het handelen van verweerster en omdat zij haar werkwijze inmiddels heeft aangepast.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 02 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat zij hem veel langer heeft laten wachten alvorens met de behandeling te beginnen dan op de website was vermeld.
Daarnaast klaagt klager over de wijze waarop de psycholoog haar verweerschrift in de klachtprocedure heeft geformuleerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft geconstateerd dat bij de weergegeven wachttijd op de website de vermelding stond dat de genoemde wachttijd in werkelijkheid kon variëren. Het College is van oordeel dat klager in plaats van uitsluitend op de informatie op de website af te gaan, ook zelf bij de praktijk had kunnen informeren wanneer hij terecht zou kunnen. Hij had er voor kunnen kiezen wachttijdbemiddeling bij de zorgverzekeraar aan te vragen of zich tot een andere vestiging van de praktijk met een kortere wachttijd te wenden.
Aangaande de formulering van het verweerschrift overweegt het College dat een aangeklaagde psycholoog ten volle verweer moet kunnen voeren, mits hij daarbij de vereiste zorgvuldigheid betracht. Dit impliceert onder meer dat de aangeklaagde zich in zijn verweer dient te beperken tot het verstrekken van slechts die gegevens die voor een zakelijke beoordeling van de klacht redelijkerwijs van belang zijn. Daarbij komt aan een aangeklaagde een ruime mate van beoordelingsvrijheid toe.
In dit geval heeft de psycholoog naar het oordeel van het College voldoende terughoudendheid betracht bij haar keuze van de gegevens die zij in haar verweer heeft verstrekt.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2017, nr. 34 CvT
Klaagster, gescheiden, klaagt over een door de psycholoog opgestelde rapportage ten behoeve van Jeugdbescherming.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog binnen de aan een dergelijke rapportage te stellen eisen als genoemd in artikel 97 van de Beroepscode 2015 is gebleven.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 08 CvT
Klaagster, gescheiden, verwijt de psycholoog dat hij zonder haar te informeren en zonder haar toestemming een gesprek met haar minderjarige kinderen heeft gevoerd, toen zij bij de vader waren.
De psycholoog heeft erkend dat hij toestemming aan klaagster had moeten vragen.
Het College is van oordeel dat de psycholoog in strijd heeft gehandeld met artikel 7 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 27 CvT
Klager verwijt de psycholoog, een ex-collega-psycholoog, dat zij in strijd heeft gehandeld met het basisprincipe van integriteit. Voorts beoordeelt zij verwijzingen terwijl zij daartoe niet bekwaam is.
De psycholoog heeft aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is in de klacht en heeft voorts gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klager – als betrokkene – wel ontvankelijk is in de klacht.
Wat betreft de inhoud van de klacht heeft het College geoordeeld dat deze niet gegrond is. Tegenover het gemotiveerde verweer van de psycholoog heeft klager niet aangetoond dat zij niet open en eerlijk is geweest. Daarnaast is de psycholoog als algemeen BIG-geregistreerd gezondheidszorgpsycholoog voldoende bekwaam om aanvragen voor medische psychologie te behandelen.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 16 mei 2018
Uitspraak CvB klacht 2018, nr. 08 (klacht 2017, nr. 27 CvT)
Klager is in beroep gekomen. De door klager aangevoerde gronden hebben niet geleid tot een ander inzicht en oordeel dan van het College van Toezicht.
Datum uitspraak CvB: 3 mei 2019
Uitspraak klacht 2018, nr. 01 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij het dossier betreffende haar zoon niet direct op haar verzoek aan de nieuwe huisarts heeft gestuurd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de klacht niet gegrond is. Verweerster heeft voldoende voortvarend gehandeld door het dossier binnen 8 dagen bij de huisarts af te geven.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 16 mei 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 19 CvT
Klagers verwijten de psycholoog dat zij in de behandeling van hun meerderjarige zoon (bekend met autisme) het zorgplan onvoldoende heeft uitgevoerd, het traject heeft gewijzigd zonder klagers te informeren, voor verwijdering heeft gezorgd tussen hen en hun zoon alsmede haar titels oneigenlijk heeft gebruikt.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat klagers niet-ontvankelijk zijn in hun klacht. De zoon van klagers is meerderjarig en is behoorlijk in staat om betreffende zijn behandeling – indien hij dat wenst – zelf een klacht in te dienen. Dat klagers jarenlang voor hun zoon hebben gezorgd, doet hieraan niet af.
Aan een inhoudelijke bespreking van de klacht komt het College dus niet meer toe.
Klacht niet-ontvankelijk
Uitspraak CvT: 16 mei 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2017, nr. 17 CvT
Klaagster verwijt haar zus, de psycholoog, dat zij heeft geweigerd een deskundigenverklaring weigerachtige ouders op te stellen waarmee haar dochter een aanvullende beurs kan aanvragen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat er geen professionele relatie tussen klaagster en verweerster heeft bestaan. Daarnaast is geen sprake geweest van beroepsmatig handelen. Daarnaast heeft verweerster in overeenstemming gehandeld met artikel 39 van de code.
Klacht niet-ontvankelijk
Datum uitspraak CvT: 18 april 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 31 CvT
Klagers, pleegouders, verwijten de psycholoog dat zij onvoldoende zijn geïnformeerd over de wijziging in behandelbeleid van hun pleegdochter, dat zij te veel waarde heeft gehecht aan een door de pleegdochter beleefde fijne droom waarin zij niet meer bij klagers woonde en de pleegdochter onvoldoende snel heeft doorverwezen.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de wijziging in het behandelbeleid wel door de psycholoog met klagers is besproken en dat zij hiermee akkoord zijn gegaan. De droom is slechts als een voorbeeld aan klagers gemeld en heeft naar het oordeel van het College niet geleid tot kokervisie bij de psycholoog. Zij heeft met voldoende regelmaat intercollegiaal overleg gepleegd. Voorts is niet vast komen te staan dat doorverwezen had moeten worden.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 18 april 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 15 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat hij geen volledig afschrift heeft gekregen van zijn dossier. Daarnaast is het dossier niet zodanig ingericht dat de psycholoog zich aan de hand daarvan kan verantwoorden.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat niet gebleken is dat klager geen volledig afschrift zou hebben gekregen van zijn dossier. Verder heeft de psycholoog op zodanige wijze aantekening gehouden van zijn activiteiten dat hij in staat is verantwoording af te leggen. Wel heeft de psycholoog onvoldoende distantie betoont in zijn reacties op de klacht van klager door deze te betitelen als “klucht”. Het College kan echter niet uitsluiten dat hier sprake is van een tikfout. Ook door de psycholoog gedebiteerde onbeleefdheden geven geen voldoende aanleiding voor een tuchtrechtelijk verwijt.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 18 april 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 04 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij een melding bij Veilig Thuis heeft gedaan zonder over dat voornemen vooraf met haar in gesprek te gaan. Voorts verwijt klaagster de psycholoog dat zij haar geen afschrift van het dossier heeft verstrekt.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat de psycholoog meer moeite had moeten doen om een persoonlijk gesprek met klaagster te arrangeren en haar op de hoogte te stellen van de zorgen die zij had.
De psycholoog had voorts aan klaagsters verzoek om het dossier moeten voldoen. Het College acht klaagsters handelwijze in strijd met de artikelen 14, 15, 18, 71 en 97 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond.
Maatregel: waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 mei 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 06 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij een melding bij Veilig Thuis heeft gedaan zonder over dat voornemen vooraf met haar in gesprek te gaan. Voorts verwijt klaagster de psycholoog dat zij haar geen afschrift van het dossier heeft verstrekt.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat de psycholoog meer moeite had moeten doen om een persoonlijk gesprek met klaagster te arrangeren en haar op de hoogte te stellen van de zorgen die zij had.
De psycholoog had voorts aan klaagsters verzoek om het dossier moeten voldoen. Het College acht klaagsters handelwijze in strijd met de artikelen 14, 15, 18, 71 en 97 van de Beroepscode 2015.
Klacht gegrond.
Maatregel: waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 16 mei 2018
Uitspraak klacht 2018, nr. 14 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog, die werkzaam is bij de Raad voor de Kinderbescherming, dat zij als gedragsdeskundige betrokken is geweest bij een aan de kinderrechter gericht spoedrekest, waarin een onterecht en onprofessioneel advies is geformuleerd.
De psycholoog heeft als meest verstrekkende verweer het College verzocht om klaagster niet-ontvankelijk te verklaren in haar klacht, aangezien klaagster een klacht met dezelfde strekking heeft ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG).
Het College besluit, gelet op artikel 2.1.7 lid 1 van het Reglement voor het Toezicht en de omstandigheden van het geval, en nu niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die tot een andere beslissing moeten leiden, de klacht niet in behandeling te nemen, nu bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een klacht is ingediend die betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex en vrijwel hetzelfde is verwoord als de onderhavige klacht.
Klacht niet in behandeling genomen.
Datum uitspraak CvT: 27 juni 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 26 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog onder meer onzorgvuldigheid bij een door haar afgenomen assessment.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College heeft niet kunnen constateren dat de rapportage niet aan de daarvoor geldende criteria voldoet.
Het gebruik door de psycholoog van haar telefoon tijdens het assessment acht het College onwenselijk. Door het grote tijdsverloop tussen het onderzoek en het indienen van de klacht valt echter niet meer vast te stellen dat dit een zo grote invloed heeft gehad op de kwaliteit van het interview dat klaagster door de uitkomst is benadeeld.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 28 mei 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak CvB klacht 2018, nr. 06 (klacht 2017, nr. 26 CvT)
Klaagster verwijt de psycholoog dat zij het assessment niet zorgvuldig heeft uitgevoerd en dat het door haar opgestelde rapport gebreken vertoont. Volgens klaagster heeft zij haar testresultaten niet kunnen inzien omdat de psycholoog daar geen tijd voor had. Voorts is het herziene rapport naar de opdrachtgever gezonden, zonder dat het met haar was besproken.
Het College van Toezicht verwerpt het verweer dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht omdat de klacht ruim drie jaar na het assessment is ingediend en acht klaagster ontvankelijk in haar klacht.
Het College van Toezicht oordeelt dat de rapportage zoals door de psycholoog in het onderhavige geval is uitgebracht voldoet aan de criteria zoals vermeld in artikel 97 van de Beroepscode.
Verder blijkt uit de stukken dat het rapport met toestemming van klaagster naar de opdrachtgever is gezonden.
Het College van Toezicht heeft de klacht ongegrond verklaard.
Het College van Beroep vernietigt de beslissing van het College van Toezicht en verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht. Dit betekent dat het College van Beroep niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht.
Het op het assessment betrekking hebbende dossier is in juni 2016, twee jaar na uitvoering van het onderzoek, door het bureau waar de psycholoog werkzaam is, vernietigd.
Artikel III.1.6.2 van de Beroepscode 2007 bepaalt dat de psycholoog het dossier na beëindiging van de professionele relatie een jaar of zoveel langer als noodzakelijk is voor het doel waarvoor het dossier is aangelegd, bewaart.
Anders dan het College van Toezicht is het College van Beroep van oordeel dat een reglementair uitgevoerde vernietiging van het dossier in de weg staat aan de inhoudelijke beoordeling van een na die vernietiging ingediende klacht. Het onder deze omstandigheid behandelen van de klacht beperkt de psycholoog op onaanvaardbare wijze in haar verweer.
Datum uitspraak: 11-10-2019
Uitspraak klacht 2017, nr. 22 CvT
Klager verwijt de psycholoog onder meer dat zij een opdracht van zijn werkgever om hem te begeleiden bij een re-integratietraject spoor 2 heeft aanvaard, hoewel klager niet ziek was.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat de psycholoog mocht afgaan op de beslissing van het UWV die op dat moment van kracht was, waaruit bleek dat klager nog niet als hersteld werd beschouwd.
Klacht ongegrond.
Datum uitspraak CvT: 14 maart 2018
Hoger beroep ingesteld
Uitspraak klacht 2017, nr. 30 CvT
Klager verwijt de psycholoog dat zij hem geen afschrift van zijn dossier heeft verstrekt.
Daarnaast is klager onder meer van mening dat de psycholoog onprofessioneel en onzorgvuldig heeft gehandeld door een onjuiste diagnose te stellen en daardoor een onjuiste behandeling toe te passen.
Ook acht klager de stelling van de psycholoog dat succesvolle behandeling van PTSS pas recentelijk is ontwikkeld onjuist.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat de psycholoog in strijd met artikel 67 van de Beroepscode 2015 heeft gehandeld door klager geen afschrift van zijn dossier te geven.
Ten aanzien van de diagnose en behandeling heeft het College niet kunnen constateren dat de psycholoog niet heeft gehandeld zoals van een redelijk en zorgvuldig handelen psycholoog mag worden verwacht.
De opmerking van de psycholoog over PTSS acht het College misleidend en strijdig met artikel 42 van de Beroepscode 2015.
Klacht deels gegrond, deels ongegrond.
Maatregel: waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 14 maart 2018
Uitspraak CvB klacht 2018, nr. 04 (klacht 2017, nr. 30)
Het College van Beroep oordeelt evenals het College van Toezicht dat de psycholoog in strijd met artikel 67 van de Beroepscode 2015 heeft gehandeld door klager geen afschrift van zijn dossier te geven en dat het niet kan worden geconstateerd dat de psycholoog niet heeft gehandeld zoals van een redelijk en zorgvuldig handelend psycholoog mag worden verwacht. Klachtonderdeel 4 wordt vernietigd voor zover dit betrekking heeft op het misleidend karakter van de brief van 28 maart 2017. Het College van Beroep bevestigt de opgelegde maatregel.
Datum uitspraak CvB: 7 juni 2019
Uitspraak klacht 2017, nr. 33 CvT
Klaagster verwijt de psycholoog onder meer dat hij haar onnodig aan een onveilig belastbaarheidsonderzoek heeft blootgesteld en dat hij zomaar heeft aangenomen dat zij de aan de hand daarvan opgestelde rapportage had geblokkeerd.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat klaagster aan een onveilig onderzoek onderworpen is geweest omdat partijen hierover verschillende standpunten hebben ingenomen en klaagster daartoe dus te weinig heeft gesteld.
Wat betreft het blokkeringsrecht oordeelt het College dat klaagster niet in de gelegenheid is gesteld dit in te roepen. Maar onder de gegeven omstandigheden is dit niet zodanig ernstig dat dit een maatregel rechtvaardigt.
Artikel 95 van de Beroepscode overtreden.
Klacht gegrond, geen maatregel.
Datum uitspraak CvT: 14 maart 2018
Uitspraak CvB klacht 2018, nr. 05 (klacht 2017, nr. 33)
Het College van Beroep vernietigt (gedeeltelijk) de beslissing van het College van Toezicht en oordeelt dat de klacht in z’n geheel ongegrond.
Datum uitspraak CvB: 12 oktober 2018
Uitspraak klacht 2017, nr. 37 CvT
Klaagster die individueel onder behandeling was bij de psycholoog verwijt de psycholoog onder meer dat zij in de behandeling te veel op de hand van haar ex-man was. In de therapie stond centraal dat klaagster onvoldoende aan het huishouden deed. Het vertrouwen van klaagster in hulpverleners is hierdoor geschaad.
De psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het College oordeelt dat klaagster door instemmend te handelen ten tijde van de therapie aan verweerster niet duidelijk heeft gemaakt dat zij daartegen bezwaren had. Wél gegrond zijn de klachtonderdelen dat verweerster e-mails van de ex-man heeft gekregen en dit niet aanstonds bij klaagster heeft gemeld. Voorts is gegrond dat verweerster niet helder heeft gemaakt waar cliënten terecht kunnen met eventuele klachten.
Artikelen 30, 31 en 41 van de Beroepscode geschonden.
Klacht gegrond, waarschuwing.
Datum uitspraak CvT: 14 maart 2018